De leer der Verbonden - pagina 114
:
104
—
1 eenvoudig Q"l^^ (Adam) wordt geschreven. Zie Gen. 5 5, Dent. 3^ 8 en Job 31 33. 8, 1 Chron. 1 Deze tegenwerping valt dus geheel in het water, en keert zich om in een zeer beslist en sterk argument voor de vertaling „als Adam." In de tweede plaats heeft men, de conjecturaalcritiek te hulp roepende, van „Ke'adam" gemaakt „Bee'adam" gelijk in Josua 3 16 :
:
:
:
:
om
dan
Adama"
w. het stedeke Adama, als zijnde gelegen dichtbij de plek, waar Israël in de zonde van Baal Peor was gevallen, en door die zonde het verbond had verbroken. Waartegen zij opgemerkt: 1. dat nergens in de Schrift de bondsbreuk in het af hoereeren met de Midianieten wordt gezocht; en 3. dat dat inbrengen in de Schrift van nieuwe lezingen stellig moet afgesneden, waar het gelezene op zich zelf uitnemend loopt. In de derde plaats heeft men er van gemaakt: „Ze hebben het verbond overtreden als het verbond eens menschen," wat dan zou willen zeggen: „Ze hebben dit mijn goddelijk verbond even lichtvaardig verbroken als ze onder elkaar hun menschelijke verbonden plegen te verbreken." En op zich zelf kon dit natuurlijk best, indien het Hebreeuwsch deze vertaling maar toeliet. Dit echter is niet het staat,
het
te
vertalen „te
t.
Er staat: Weheema Ke'adam aberoe oerith, d. i. van woorde woorde overgezet: „maar zij, als Adam, overtraden verbond"; terwijl er om den boven aangeduiden zin te krijgen had moeten staan We hee?na aberoe berith kebith haadam, d. i. zij hebben het verbond overtreden als eens menschen verbond. Dit nu niet zoo zijnde, vergeval. tot
dus geheel. In de vierde plaats heeft men er op gevonden om te vertalen „als menschen hebben ze het verbond verbroken"; wat dan zou willen zeggen: „Hoewel zij Israëlieten, dus met buitengewoon geestelijk licht bestraalden waren, hebben ze toch als gewone menschen, als de heidenen mijn verbond verbroken." Wat al evenmin opgaat om deze drie redenen: 1". omdat nergens in de Schrift de heidenen door het woord Adam worden aangeduid; 2*^. omdat de Joodsche individiï's nooit tegenover de heidensche personen worden gesteld, maar alleen het volk tegenover de volkereïi-, en 3. omdat de heidenen nooit een verbond Gods hebben kunnen verbreken, daar ze als heidenen nooit een verbond Gods hebben gehad. En in de vijfde plaats stelt men voor te vertalen: „Ze hebben het verbond overtreden als minne menschen," d. w. z. zooals menschen zonder eerbesef doen; waarbij men dan voorgeeft, dat adam een mensch van lagere zedelijke orde en iesch een mensch van hoogere zedelijke orde zou aanduiden. Wat al evenmin gaat: 1. omdat de tegenstelling tusschen adam en iesch niet die is van hoogere en lagere zedelijkheid, maar hoogstens van hoogere en lagere maatschappelijke positie; S''. omdat alle Israëlieten, hoog en laag van rang, verbondsbrekers waren; en 3^ overmits verbonden in eigenlijken zin valt deze voorslag
:
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 242 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909
Abraham Kuyper Collection | 242 Pagina's