Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De leer der Verbonden - pagina 39

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De leer der Verbonden - pagina 39

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

!

29 oppervlakkige theologen het vaak doen voorkomen, als kinderoppasser met een paar kleine kinderen; neen maar man met zijn broeder"; zich nederbuigende tot hem; met hem in den hof wandelend; de dieren tot hem leidend; de diepe mysteriën van den dubbelen boom hem toevertrouwend; en met hem levend op bond van trouw en eer. Zelfs de naïeve trek, dat God de Heere, na den val, aan den eersten mensch een bedeksel der schaamte om het onteerde lijf sloeg, is geen „menschelijke voorstelling", d. w. z. eigenlijk onwaar; maar even diepe goddelijke realiteit als het gebeurde en de kribbe van Bethlehem onder de eikenbosschen van Mamré, D. w. z. een zich toonen en openbaren van Hem, den Heerlijke, in nederbuigende goedertierenheid, als onzer één komende daartoe naast ons staan; met ons in den hof wandelende; en sprekende „als een man tot zijn broeder." In dat zich „nederbuigen Gods tot het schepsel", ligt van die goedertierenheid des Heeren zelfs de kroon. Want merk maar op, hoe er niet één betrekking tusschen menschen bestaat, of de Heere treedt er in, schikt er zijn Goddelijk hart toe, en gebruikt ze als band om ons vrouw, bruid en bruigom; kind en te binden aan zich. Man en vader; broeder en broeder; bondgenoot en verbondene; vriend en vriend, het zijn altegader gestalten die de Heilige Schrift in Goddelijke werkelijkheid over Hem, den Heilige, en het menschelijke schepsel legt. „Ik ben uw man, o Israël!" „Hoewel Ik u ondertrouwd had." „Dit geheimenis is groot, maar ik zeg dit van Christus en de gemeente!" „En de bruid roept: Kom." „Dien heeft hij macht gegeven kinderen Gods te worden." „Abba, Yader!" „Mede-erfgenaam van Christus." „Een vriend Gods genaamd." „En Hij sprak met Mozes van aangezicht tot aangezicht, als een man met zijn broeder." Oordeel zelf, zijn het niet altemaal gansch Schriftuurlijke gedachten, en zelfs Schriftuurlijke uitdrukkingen, waarin telkens en telkens weer dat nederbuigende van een goedertierenheid zich uitsprak, die lust had in het zich naast ons stellen als onzer één? Is dit nu slechts een schijn! M. a. w. doet God de Heere wel alsof het zoo ware, maar slechts om ons er den indruk van te geven, alsof het zoo is? Die vraag is de vraag waar alles aan hangt! Want indien ja, dan is heel het zedelijk leven, dan is al Gods erbarmen, slechts een schoone poëzie, een heerlijke droom doch zonder waarheid en wezenlijkheid. En daarom antwoorden we op die vraag door naar de vleeschwording van het Woord te verwijzen, naar „God geopenbaard in het vleesch." Is dat ook maar schijn? Neen, bij God, maar deze is de antichrist die loochent dat God in het vleesch is geopenbaard. En op dien grond nu zeggen we: Een iegelijk die Christus aanbidt als zijn God en zijn Heere, belijdt te gelooven, dat God wezenlijk tot ons

Niet zoo een soort als „een

als

;

;

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909

Abraham Kuyper Collection | 242 Pagina's

De leer der Verbonden - pagina 39

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1909

Abraham Kuyper Collection | 242 Pagina's