Honig uit den rotssteen - pagina 253

!

239 aloemeen

maakt voor ieder bekeerde, en zoodoende, willens lauwe, matte lijdelijkheid, nietsdoendheid en zelfs antinominianerij in de hand werkt. Het tweede niet minder schadelijk, dat men deze diepere inleiding en geheel deze bewuste inplanting in Christus wegcijfert. Daar vandaan komt het dat thans bijna allerwegen de „vaders in Christus" en de „moeders in Israël" gaan ontbreken. Laag kaphout is nog in overvloed voorhanden, maar waar, waar vindt ge nog onder het volk des Heeren een opgaanden, een met breede kroon gesierden, een schaduw yevenden boom? planten

onwillens,

of

slappe,

LXXX. jEaiU*

\\i

öcn

blce^c^ö^ïüft^ Ucrftocfjt

Want maar

ik

zonde.

wij

ben

onber bc ^oiibc!

O

dat de wet geestelijk is, vleeschelijk, verkocht onder de

weten,

Rom.

7

:

14.

ook maar bij het Lain bij, en ge hebt geen Lam meer zonde draagt. Het Lam dat de zonde der wereld draagt, is het één, is het alles, volle, het rijke, het overgenoegzame. Wie er iets bij doet, is het die werpt het Lam weg. Het „Lam" of de „sterke stier van Basan" zoo staat de keuze Dien sterken stier van Basan zit het in zijn horens, in zijn nekspier, in zijn ongetemde kracht. Hij eet het gras en wint in sterkte. Hij wordt al machtiger. Hij komt er met zijn sterke horens door. Maar heel anders is het „Lam", dat teer, dat zwak, dat machteloos Iets,

dat

iets

uw

onrechte

beelden velen hier te lande zich nog altyd in, dat deze op te vatten: „toon ik nog vleeschelijk was, was ik verkocht onder de zonde", en alsof het iets zonderlings van Dr. Kohlbrügge zou geweest, zyn, dat hij deze woorden: „Ik, Paulus, ben vleeschelijk en alzoo verkocht onder de zonde", van den wedergeborene zou hebben verklaard. Dit is onjuist. Heel deze pericoop is op den wedergeborene reeds toegepast door Augustinus, Luther, Melanchton, Calvyn, Beza en bijna alle gereformeerde uitleggers in onze dagen weer door ümbreit en Delitsch terwijl de verklaring van den onwedergeborene bepleit wierd door alle Socinianen, alle Arminianen, alle mystieken, en later ook door Vermittelungstheologen, als Tholück. Do groote beteekenis van Dr. Kohlbrügges optreden in dit opzicht bestond veel meer hierin, dat hiJ persoonlijk door dit woord recht in ziJn ziel werd gezet en alzoo uit eigen diepgewortelde overtuiging, de oude, ware uitlegging weer in gang en eere bracht. Niet nu pas, maar zoo dikwijls dit punt ter .sprake kwam, heeft dan ook de Heraut, op het voetspoor van allo reclitzinnige godgeleerden, hierin zich voor den „wedergeborene" verklaa,rd. ^)

Zeer

woorden

ten

eigenlijk

z^jn

;

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen