Dictaten dogmatiek. Locus de Magistratu, Consummatione Saeculi - pagina 4

LOCUS DE MAGISTRATU.

IV

de

Bij

niet onmiddell. (zooais

ïn

de engeienwereid)

cxccutie

V. h.

m^n nlD

werkt 24

de gratia communis uitwendig, de gratia specialis inwendig.

Doel 1".

van de gratia communis

tijd

is

en terrein te creëeren voor de gratia spec.

de TTiAOTrccKiXY] (Tcftx Toü %zo~j tc doen uitstralen in eene histor. ontwikk van het menschelijk geslacht. 27 In hoeverre de gratia communis in de Christel, kerk maar is behandeld. 2.

De generale werking van de

gratia

communis,

28

gaande over den geheelen kosmos, 29 beginnende vanaf den val in het paradijs, 30 het stuiten van de volkom, doorwerking der zonde-energie en daardoor

is

weer mogelijk maken van een menschel. samenleving en ontwikkeling.

het

(Instelling

arbeid, uitdrijving

u.

hof,

d.

macht conscientie, tegenhouden

v. particul.

wraak,

lang leven, enz.)

Door den zondvloed neemt de gratia comm. een anderen vorm aan, De verandering in het gelaat des aardrijks (concussio terrae), 33, 34; d.

i.

menschenwereld

(korter leven, andere organ. ontwikk.

God

de verhouding van

in

mensch en aarde,

tot

i.

verb. m. h. atavisme),

De rijke

ontwikkel,

veroorz. door

m. behulp

v.

De poging om

d.

v. h.

vergiet, enz."

de fundatie

menschel. bewustz.,

v. d.

v. alle

magistrale macht.

die ontwikk. tegen

Sem,

en geologische gegevens t.

33, 34;

houden verijdeld

35 36 36

38

wetensch., kunst, enz. 37, 39

splitsing v. h, menschel. geslacht in

d. climat., tellur.

32

33, 35.

vastheid (de conditiën, waarin zij ook thans nog verkeert) en uitwendige sanctie verkrijgt in het Noachitisch verbond. De bedingen en conditiën; het symbolische teeken der gratia comm. Het „Wie des menschen bloed

die

d. d.

Cham

enjapheth,

(„vervuit de

verstrooiing

v.

u.

aardenBabel. 42

Niettegenst. deze verspreid, ligt d. hoogere eenh. v. h. menschel. geslacht in

de roeping

v.

Abrah.:

h. laten

het kruis van Golgotha

:

uiteengaan v.d. gratia spec. en

comm.

(/sraéY);

het ineenvloeien der twee stroomen

45 46

De kerk neemt zich op d. volle wetenschappel. ontwikk. v. h. menschel. geslacht, door God aan Japheth ten zegen toegezegd (voikerentafei v. Gen. lO) doch 40 i.

dienstbaar gemaakt aan

de parousie des Heeren

Loei classici Speciaal richt de I.

IV.

I.

3.

(Mozes, Salomo, verwikkelingen tusschen [Israël en de heidenen. 46)

het antichristelijke uitgeworpen

;

h.

regnum

Christi.

comm. haar werkingen

Natuurl. liefde. 65

Wetenschap. 67

li.

(hier

50 op den enkelen mensch; 59

(negat. en posit.)

Instelling overheidsgezag. 65

III.

Histor. verloop.

66

Kunst. 68

Empirie en wetenschap.

Emp. en wetensch.

49

50

voor de gratia communis. gr.

op Satan; 52 II. op de natuur; 54 III. op de menschen in hun consortium. 63

IV.

§

:

leven der kerk

h.

de vier niet-theol.

71 fac.

bedoeld), antithetisch tegenover 73

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen