Dictaten dogmatiek. Locus de Salute, Ecclesia, Sacramentis - pagina 46

Locus DE Salute.

24

worden

«xó

:

hier dus

is

Doch naar de

in.

de grondlegging der wereld

in

:

van

strekking

gedachte

de

;

niet

voor of na, maar

het toch voor de Kxra

gaat

had God voor de y,xTx(3o}.\. Matth. 25 : 34 óKoydv (Ef. 1) en een koninkrijk, dat bestond van het moment der schepping af, maar naar de idee weer vóór de Kary-fioXr,.

want

fiok); Koa-fxoi),

die gedachten

ook het beteekenisvolle

hier

—

De

door grondlegging

y.y.rxfiz'k'q

men staande op den bodem

dat

aan,

is

zeer gelukkig.

eerst het plan

hoofd heeft en dan dat plan neerwerpt op de aarde,

zijn

Dus grondlegging

ment

legt.

daar

kwam

het

God

herkent

Aan de

zeer goed. Alles

is

was

d.

Ktxrx/^iy.XAeiv

van het huis w.

eerst in

z.

in

het funda-

Gods plan en

uit.

A;ojwW y^r.

II.

2e

van

vertaling

duidt

/

5. Hieruit blijkt:

.*

God

1^

heeft

den profeet geformeerd;

den profeet de gedachte, waarnaar

in

van

existentie

Hij

hem gemaakt

had.

profeet gaat vooraf een weten van dien profeet

den

2 „eeuwige liefde", liefde die een eeuwige „me ölam", voor de KxrxficXV, y.b<7[j.oi> Ps. 25 : 6. Hier de oorsprong der gratie Gods ook nië ölam. Ps. 103 : 17 2 „ja van „de genade des Heeren is van eeuv/igheid tot eeuwigheid. Ps. 90 Gods.

de gedachten

in

Jer.

oorsprong had, Micha 5

:

31

:

„uitgangen

1

;

:

eeuwigheid

eeuwigheid

tot

gij

zijt

God". Dit

is

de aanheffing van een

lied,

waarin bezongen worden de bepalingen Gods over het menschelijk leven. Dus bepalingen van het menschelijk leven hebben hun grondslag

alle

gen

De bergen hebben

God.

der wereld.

De

3

Ej.

hier diezelfde beteekenis, als

Act. 15

:

18 „yv^a-rx

dus

is

aiwoc" (gewoonlijk leest men er

ö.tt'

plaatst

;

doch

dit

zoowel de oorsprong der genade

:

niet alleen

heid

vóór de

y-xTxfio'Ar,

hebben inhoud,

Alle virtutes Dei

is.

eeuwigheid

is

hier

eerst

Zoo

y.ba-ixcii.

voelbaar,

als

zijn

de schepping en

tot het

eeuwige en

Gods eeuwigspringende fonteinen en Gods

begrijpen wij, wat

geheel die wereld, die

als

bij

doet hier niet ter zake).

de form.atie en roeping der personen worden teruggebracht dus

de fundamenten

10, 11 „kxto. TpóB-ïo-tv tCjv a/wvuv."

:

wat Tisch. aan den voet der pagina conclusie

den eeuwi-

het plan van den architect en dat plan behoort tot het gebied

TTpóB-cTis is

van het eeuwige.

De

in

gerealiseerd wordt, vloeit en springt uit dat eeuwige, waarin

zij

in

't

tijdelijke

haar oorzaak

en oorsprong vindt. III.

Oorsprong en oorzaak. Rom. 11 36. In Cor. 8 6 hetzelfde k^ ol (d. ry. Trxyrx. Col. 1 : 16. Minder bekende teksten, maar hier van veel be:

i.

:

Vader) lang zijn

zijn

de volgende

oog penetreert

band van hart en het

p^

ligt

in

al

.•

Ps.

33

hun daden.

hart, '^l is

:

15, die

*im wijst

product

het „jazar", jazar

is

hun hart organisch formeert en met

op den organischen samenhang, op ver-

zijn,

de formatieve kracht

de grond van het

y^xp.

ligt

Dus

al

in

jazar;

wat van

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen