Dictaten dogmatiek. Locus de Sacra Scriptura, Creatione, Creaturis - pagina 401

Caput IV. De Sacrae Scripturae Perspicuitate. § en welke usantiën wij

leven

Eeuwige Wezen

het

traditioneele

leven

niet

der

in

acht moeten nemen, verliezen.

te

Zich

kerk.

2.

De Perspicuitas enz. 227

om

de gemeenschap met

Wij moeten gewend worden aan het

hier tegenover te stellen

lagen:

de

1^

bijloopers, 2^ de goeden,

zich

uitspreken

niet

tegenover

Wie

tigd).

dom staan Nog een blik in

De

dus

;

dit

:

alles

nu

verzuimt

den zin van

in

en zegt

ik

;

opmerking. (Zie de

onze kerk ongelukkig.

Zoo

naar gelang tusschen

(Heilig natuurlijk

rijkelijk

door God begif-

heb de illuminatio,

blijft

toch

De quaestie van het ambt is op dit oogenMaar wij bespreken nu den goeden toestand.

raakt rechtstreeks het bewustzijn en onderscheidt zich hier-

maar wel

bij.

zijn

§).

door van de regeneratio. Nu heeft een man er

de kerk

tegenover de perspicua Scriptura.

illuminatio

oogen,

In

die zwijgen, 3^ de goeden, die

kinderen, heiligen en allerheiligsten.

wet Gods, maar

de

maar

pedanterie in

is

den Christen. Ook moet de omgang met Gods Volk gezocht.

is

in

het

museum

een

;

in

daar heeft

een woestijn niets aan goede zelfs

nog graag een binocle

zijn er

verschillende binocles

hij

met de illuminatio ook. Nu

Zoo

van het voorwerp dat moet bezichtigd.

de illuminatio en de

er

ook verband

Schrift. Christus geeft niet slechts

de illumina-

is

maar ook de binocle d. w. z. den dienst des Woords en die 2 moeten werken in onderlinge harmonie. Dan is de toestand eerst recht goed, als er

tio

eene illuminatio specialis (de persoonlijke verlichting

in

den geloovige) en eene

Woords) is. Elke preek moet eene illumiEn daar nu het ambt in de eerste plaats voor de geloovigen is, schiet het ambt te kort in zijne roeping, als 't niet illumineert en opbouwt. Daarom moet de inhoud der predicatie verworven in het zweet des aanschijns. generalis (de dienst des

illuminatio

natio

zijn.

Hieruit volgt, dat aan den

geloovige dikwijls ontbreekt de illuminatio van het

ambt. Zelfs gebeurt het vaak, dat het ambt zich ten doel het donker te zetten.

Dan

stelt

de hoorders

in

ontstaat er een strijd tusschen de 2 illuminaties en dan

moet de geloovige zich verzetten tegen het misbruik van het ambt. Dit brengt de van de Schrift mee. Er moet een levendig contact zijn tusschen den prediker en de controle door de geloovigen. Stoort het ambt zich hieraan perspicuïteit

niet,

dan

is

de reformatie der kerken noodig, die zich echter nooit ten doel

mag stellen de ambten op zij te zetten. Ook een andere botsing is mogelijk. De geloovigen kunnen uit valsche mystiek dwalen, door de illuminatio generalis te

loochenen. Dit verloopt

zetten

zonder den

steun

in

schisma. Hiertegen moet het ambt zich niet ver-

van Gods volk en evenmin zonder het betrekkelijk

recht der illuminatio specialis te blijven erkennen.

Maar

nooit

mag de hoog-

heid van het ambt hiertegenover gesteld.

Nu omdat II

een laatste opmerking. (Zie de het

ambt het zegt

;

hij

§).

moet het

Nooit moet een kind van altijd

God

iets

doen,

doen met het testimonium Spiritus 25

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen