Dictaten dogmatiek. Locus de Sacra Scriptura, Creatione, Creaturis - pagina 161

Caput

De AucTORiTATE Sacrae SCRIPTURAE. §

III.

De

grondbeteekenis

conspectus

sacerdotis

De

gezicht.

't

Omdat Vandaar nN"iQ

zichtbaar

de

van

mond na

Deut.

5

hem Die

dat

Dat

is

Mozes

;

eene

is

ligden

altijd

18.

:

aan

de oorspron-

van wat

inhoud

de

;

10

komt

dicht

WUB wordt

0^33

mran

het

wel

een

niet

is

Hem

geen

is

Gen.

in

beteekent

laatste

eerste

;

zooals

is

elkaar

in

na"^K na;

IvwTrrsj/ Ivojtt/w.

32

en'

31

:

naderen

tot

een

met

een

vriend

't

Oosten).

Mozes gevonden, [maar dan

die

zijn,

theophanie,

in die

De

staat er

gansch

noch

heerlijkheid

des

maar

symbool,

een

Heeren

in

zichtbaren

bizondere gemeenschap met den Heere,

kon

spreken

en

in

eenige

concreto;

van

in

deze

praegnanten zin.

wat den

aan

openbaring

het maar een werkelijke gemeenschap den hemel het deel der gezain Heere zullen aanschouwen van aangezicht

geestelijke,

van

anticipatie zal

dat

kusten

bij

van de

uitstraling

heerlijk

het

door

D^:a.

met

altijd

het

;

vrienden

ook

conspectus, zoo-

clarus

omschreven

dit

D^:a-^K D^:3, Dit

afstand

(de

de

Septuagint weergegeven door

dan

Daardoor stond Mozes

hij

is

Dan.

v.,

die

toch

conspectus.

genomen worden

b.

krijgt,

blijft

quoad

12:

:

dus

is

passief

visibile

wordt

wordt

een

omgaat

altijd

nln;»

vorm.

nN"ip

Zoo

maar

visio,

de

in

sterker

op

onmiddelijke

een

hier

quod

id,

:

Nader

gevonden

4

:

uitdrukking bij

mond; nog

vriend

zijn

ook

niet

zeggen.

tot is

dus

het

is

doch

koning,

ook

het

beteekenis

maar

prevaleeren

Ouden

als

na-^N

kan

is,

13

boom, begeerlijk voor

alle

van

beteekenis

Lev.

in

147

is.

Mozes

Bij

wij

2:9:

Gen.

eene

3;

:

gedachte

kelijke

soms

3

Ex.

b.v.

en

;

vinden

ook aliquid conspectabile.

of

nNip

dat

sit

verbaalbegrip

een

het

njnp

oorspronkelijke

adspiciatur,

qui

van

Het Instrument etc.

5.

;

eens

tot aangezicht.

Deut.

In

34

10,

:

11,

12

is

duidelijk dit

gansch exceptioneel karakter van

de Mozaïsche openbaring aangegeven, zoowel wat betreft de wijze van openbaring, als de wonderen en teekenen, die hij deed en de macht van zijn persoonlijkheid.

teruggewezen, Jes.

In

8

:

20, Luc.

welken

Maleachi 4

In

als zijnde het

16

zin

:

31, Hebr. 3

moet

nu

:

4 wordt

nogmaals op deze openbaring

normatieve beginsel der openbaring; evenzoo

die

:

in

5,

nNna,

die [clarus

conspectus,

die

10

alleen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen