Dictaten dogmatiek. Locus de Sacra Scriptura, Creatione, Creaturis - pagina 675

§

mogen dus

Wij

Supranaturalisme,

de

van

idee

Dichotomie en Trichotomie.

3.

spreken van een persoonlijk

niet

ware

als

God

in

den

van het

zin

een anthropomorphistische zegswijze.

dit

persoonlijkheid

35

ligt

niet

in

den mensch maar

in

Want

God.

Fichte,

waaronder dus ook God was, product maakte van het Ich, mensch de idee der persoonlijkheid zoeken. Van hem ging dit over op Schleiermacher en zoo kwam het bij onze Theologen, die maar altijd roepen en wijzen op de persoonlijkheid (zoekt het Gereformeerde het Nicht-ich,

die

moest

niet

wel

de

in

den

in

maar

leer

moeten

theorie

in

den

persoon

en

Een persoon

wij afsnijden.

gaan met u mee).

wij is

niet

En deze

De

iemands wezen.

tekst

wel het duidelijkst: „een aanzienlijk persoon woonde daarin"; men wordt meer persoon, naarmate men meer D''JS heeft.

uit

Job

leert dit

wanneer er een oeconomia is; absoluut en ideaal oeconomia divina niet wegens 't onderscheid in wezen, maar in werking. Zoo zien wij dat ook in deze zaak, de menschenwereld Gods beeld is want in de menschelijke huishouding zijn de werkinPersonae

bestaan

bestaan

zij

alleen

alleen

de

in

;

;

gen eveneens onderscheiden, en daarom

Dat de persoonlijkheid de

nog

taal

er

ook onderscheidene personae.

met het karakter

niets

aan

duidelijk

zijn

b.v.

„Wat persoon

te

is

maken dat ?"

ook

heeft, geeft

in

den

zin

van

„Hoe ziet hij er uit?" „van wat conditie is hij?" Nog sterker in de vraag: Voor hoeveel personen moet er gedekt worden ? waar persoon hetzelfde is als couvert.

En

het

tegenover

taalgebruik èn het Schriftgebruik van „persoon" staan dus lijnrecht

de idee van „persoonlijkheid", die Fichte ontwikkelt

in

zijn

werk

Zur Idee der Persönlichkeit"-

De

7.

dichotomistische

wezen

delijk

wat buiten God

maar

Er

zelf. is

is

indeeling altijd

daarom

;

voortvloeiende

uit

is

heeft

haar

diepsten

grond

in

't

god-

maar één tweeheid mogelijk n.1. God en de duïteit in den mensch niet accidenteel,

Gods wezen.

God

heeft

een

wereld

geschapen

eigen beeld gezet n.1. de ü^zrx en schaduw heeft, zoo is ook de schaduw dezer wereld in de wereld der 'ópxrx. De mensch nu is naar zijn aanleg bestemd in beide te leven en te werken hij heeft dus organen noodig om dit te

naar

zijn

evenals

gelijkheid

het

en

daarin

zijn

;

een

licht

;

God: op aarde zijn vele vaders, in God is de Vader; op aarde in God is de Zoon ; elke persoon hier op aarde is slechts afschaduwing van den persoon in Gods wezen en dus gebrekkig. Wij moeten derhalve de zaken uit God bezien; in Hem het archetype vinden en niet iets van den mensch op God overdragen, alleen zijn

absoluut

vele

in

kinderen

;

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen