Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 147

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 147

college-dictaat van een der studenten

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

§

dus kent God zichzelf een wezen

n-iB'in ^b,

en

overleg

alle

De essentia

2.

handeling,

alle

bestaan

afhankelijk karakter draagt, en de nxp. d. het

en diensvolgens ook de nrn,

zijn,

en de

d.

nninji,

i.

de werking van het

d.

i.

zijn,

En dat wel

toe.

in

dien zin, dat

wezenheid onder menschen een

en 1.

129

Dei.

het

bewustzijn,

de

werking van

en de

n^^irin

eigenlijken zin alleen aan

in

d.i.

het bewustzijn,

God

toekomen. Wij zullen ons dus

[Men wane toch de vraag of

deel,

van de Remonstranten

die tegenwerping

bij

Maar wel zullen wij onze om te ontkomen aan het gevaar,

den.

dat

niet,

men

voorstelling van

dat aan misvatting

deze

kwestie

oItIx

n^t^in of

aan

niet

„wezen" nader is

ophou-

definieeren,

verbonden.

van weinig gewicht is. Integentoekent al dan niet, is eene

God

uitkwam in den Ariaanschen strijd. Immers, de belijdenis van de Drieëenheid wordt direct tritheïsme, driegoden dom, indien niet het wezen Gods achtergrond van die belijdenis is en de gemeenschapsband tusschen de drie Personen in dat Wezen wordt gezocht. Alleen toch door het deel hebben aan dat Wezen, is ieder der drie Personen God. Ook het pantheïsme en Pelagianisme wortelen in deze grondgedachte. Hier, in deze wortelvraagstukken der theologie, ligt alles opgesloten. Het komt hier aan op de theologische vorming van den geest. Want hier zijn de points de quaestio stantis aut cadentis Trinitatis, gelijk

départ.]

Het

C.

de philosophie voor wezen" gebruikte woord „substantia"

in

is

een

Wanneer men in de men aldus te werk. Men begon eerst met alle „toevallige eigenschappen" er van weg te denken en in wat men overhield onderscheidde men tusschen „eigenschappen" gevormd

woord, dat

philosophisch

philosophie

redeneerde over het wezen van een ding, dan ging

en

schappen

in

het ding inhaereerden.

vormden

het contingente.

de

in,

min of meer

men

dat

gekomen,

om

van de kleuren heeft daar veel toe bijgedragen.

Vroeger noemde men

men kon immers eenzelfde stuk de andere maal rood kleuren, naar men zelf wilde.

eene

er toe

Vooral de nadere toe-

kleuren

geel,

Het wezen was necessarium, de eigenIn later tijd is

te wijzigen.

die philosophische voorstelling lichting

door abstractie.

Het „wezen" werd dan het aanhechtingspunt, waar die „eigen-

„wezen".

schappen"

is

de

accidenteel

kleuren

;

volstrekt

niet

accidenteel

maal de oppervlakte van het ding anders

maal.

Immers,

vlakte

van

een

alle kleur ontstaat

ding en

is

zijn, is

linnen de eene maal

etc.

men

echter

maar dat metterdaad de

saamgesteld dan de andere

door aanraking van het

paars of violet

Later zag

licht

met de opper-

naar gelang van de meerdere

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's

Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 147

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's