Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 461

Hoofdstuk

Het Dogma de Sancta Trinitate.

I.

De slaap

eene met dat proces overeenkomende en samenhangende wijs. voorbeeld

met onzen

liangt

eeuwigheid

levensaard saam. Maar als

processueelen

processueele ontwikkeling zal zijn opgeheven, dan

alle

slaap

geen

sprake meer,

nacht

zijn."

(Openb. 21

:

de

gaat

geene actie meer

;

in

de

ook van

waarom de Schrift dan ook zegt „Aldaar zal geen Want ook dag en nacht hangen met die proces:

de wisseling tusschen rust

is

en arbeid. Item de wisseling tusschen gezondheid en ziekte. bijvoorbeeld

is

bij-

25.)

ontwikkeling saam. En daarmee analoog

sueele

27

persoon

geheele

eene bleeke,

in

schuil.

Een

Bij

typhus-ziekte

teringlijder kent ten leste

de kussens weggedoken gestalte, toont, dat

actie schuilt. Ernstige kranken raken „van alles los". Daarmee is dan weer anoloog de meer rechtstreeksche wegneming van het zelfbewustzijn in alle

het

„van

zichzelf

vallen",

in

krankzinnigheid enz. Het niet in actie

de menschelijke persoonlijkheid repeteert zich dus op

Op God

den Heere komende, voelen wij

mitteerende

actie niet

God,

Hoe kunnen

Trph

naam

zijn

;

kot/xou ?

Er

is in

God geen

absolute uitsluiting van alle

verband brengen met het bestaan van

wij dit evenwel in

KXToi.(3oXr,c

mn\ met

is

manier.

aanstonds dat deze inter-

hierbij

op God kan overgebracht worden.

proces, geene ontwikkeling proces.

allerlei

van

zijn

Dat ZOU zich uitnemend laten verklaren, indien

ook de persoonlijkheid Gods van het nulpunt kon voortschrijden tot het punt der hoogste ontwikkeling. Dan liep alles wel, want dan was het Trph KxrxfioXr.c KÓa-uzu

Wezen

wieg, waarin het Goddelijke

de

geen behoefte gevoelde aan

daarmee

tegenstelling

is,

actie.

Nu

gesluimerd had, toen het nog

echter de idee van God-zijn

kan de actie

het Goddelijke

in

Wezen

in lijnrechte

niet

pas

zijn

Maar gedaan hebben ttpo y.xrxfioXr,^ KÓa-juoii ? Was hij toen een Deus otiosus ? Zoolang men niet tot het dogma van de triniteit is gekomen, heeft men op die vraag geen antwoord. Bij Origenes begonnen, maar moet die actie ook bestaan hebben

Wat zou God

dat brengt de vraag met zich:

en anderen

toch

het wel eens zoo voorgesteld, alsof

is

-rph Kxrxfio/.r.c kóct/xso.

God voor de schepping

dezer

wereld andere werelden geschapen had, die dan weer verdwenen zouden

Dat redde wel de met eene

actie in

God

actie, gelijksoortig

Wij kennen maar éen kosmos.

niet in.

heeft een a/jx^.

de vraag

:

Wat

heeft

God vóór

Schrift geeft die casuspositie metterdaad aan. Cf. Spr.

ben wij duidelijk het bestaan en de actie Gods Tph zoo

in Joh.

werkt

tot

17

nu

:

toe,

5 en 25. En als de Christus

en

Ik

werk ook," dan

altoos energie van Zich uitgaan

mijns Vaders

wezen en ook

in

maar toch

maar

alleen

aan die van de schepping dezer wereld. Wij gaan

op zulke droomerijen Blijft

^rpo KXTxl3oXr,c Koa-fxcu.,

zijn.

:

dat

is,

mijn wezen.

is

in

die

8

:

:

die

kosmos

De 22—31. Daar heb-

KXTxficXr,>;

Joh. 5

En

ó.pyjr]

gedaan ?

y.6a-/u,sii.

Even-

17 zegt: „Mijn Vader

dat een eeuwig praesens.

God

laat

zegt de Christus, het eigenaardige in

Waar er dus

voor de schepping noodza-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen