Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 302
college-dictaat van een der studenten
Locus De Deo (Pars Prima).
284
alomtegenwoordigheid
almacht,
moet
voorstelling
En tegen deze almacht? De
onmededeelbaar waren.
enz.
Wat
bedenking geopperd.
wel degelijk
toch
is
waar? Absoluut bezit geen schepsel macht. Het schepsel maar God alleen de absolute macht. Maar met de heiligheid staat het precies eender. Een mensch bezit niet de heiligheid van God. Neen, de mensch is heilig, maar God bezit de absolute heiligheid. Sensu absoluto
absolute macht, niet bezit wel macht,
zijn
dus beide macht en heiligheid alleen
Nu kunnen we lute
macht
God, sensu relativa
in
den mensch.
toch niet zeggen, dat de absolute heiligheid wel en de abso-
mededeelbaar
niet
en mededeelbaar
is.
in relatieven zin.
maar ook
nali,
in
Want beide zijn onmededeelbaar in absoluten De mensch is geschapen in sanctitate origi-
potestate originali. Precies zoo
in
Absoluut tegenwoordig
woordigheid Gods.
heeft wel veeltegenwoordigheid.
Op
dit
is
God
is
het met de alomtegen-
Maar een mensch
alleen.
oogenblik strekt onze tegenwoordigheid
zich veel verder uit dan tot de praesentie van deze plaats. Reeds
onze zoo
bij
mensch op onderscheidene plaatsen tegelijk ageeren. dat is in den mensch relatief. Zoo is het ook met de
kleine ontwikkeling kan een
Wat
in
God
absoluut
Heerschappij
souvereiniteit.
ook
tot
den
is,
absoluten zin bezit alleen God.
in
mensch gezegd, dat
hij
Maar toch
is
Daar
„heerschen" zou over de dieren.
wel terdege maiestas ook op den mensch.
ligt
aardig die indeeling dus ook klinke en hoe gemakkelijk ze ook
Hoe
is toch eigenlijk onjuist.
maar dat
de
ethische
absolute gelijk
is
niet
wordt
mededeelbaar zouden
virtutes
alleen
het
in
virtus
woord
zijn,
men
hierdoor ontstaan, dat
zij,
ze
in absoluten zin medegedeeld,
worden meegedeeld pro mensura humana.
alle virtutes
misverstand
Geen enkele
bij
zelf heeft uitgedrukt.
Het
niet zoo,
is
en de andere
niet.
Dat
de ethische virtutes het
Had men maar gesproken, was die
almacht, zoo ook van alliefde, albarmhartigheid enz., dan
van
verkeerde voorstelling nooit ontstaan. In de Heilige Schrift vindt deze voorstelling en indeeling dan
minsten
steun.
Neemt bijvoorbeeld éen
ook geen den
dat hier voor de hand
begrip,
eeuwigheid, die toch zeer zeker eene absolute Goddelijke eigenschap
daarom
eeuwigheid
die
tot
God beperkt?
die
ligt:
Wordt
Neen, ook aan den mensch geeft
God een eeuwig leven. En verder onderzoek heel
is.
leert,
dat de Heilige Schrift met
onderscheiding van mededeelbare en onmededeelbare eigenschappen
in flagranten
strijd
is.
Welke indeeling komt dan meer met de Heilige Schrift overeen ?
De aan
eenige weg,
om
het grondbegrip
waarin
de
relatie
tot zulk
van
tusschen
den
eene indeeling 7\)tv
God
dW. Dat
en mensch
te
geraken,
is
ligt
is,
dat wij aansluiten
een Schriftuurlijke gedachte, afgeteekend. Daarin
ligt dit
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's