Dictaten dogmatiek. Locus de Salute, Ecclesia, Sacramentis - pagina 111

§

worden? is

De

6.

Vocatione.

zeggen de Pelagianen en Socinianen. De Roomschen zeggen eerst

Ja,

:

de doopsgenade noodig, maar dan kan de mensch

voorkomen,

het

door en met den doop een bewerking van den zondaar

alsof

waardoor

plaats vindt,

De Ethischen doen

zelf.

de roeping kan aannemen.

hij

De Gereformeerden

leeren,

dat de mensch doof is, maar dat afgezien van zaligmaking toch eene zekere gemeene genade (niet „natuurlijk- algemeene" genade), gewerkt wordt, waar-

door de zondaar een kan.

wordt gezegd, dat

gaan, dat

redelijke

gemeene

eene

er

om

Ie

diegenen

;

hieruit blijkt,

soms de vruchten der waarDeze gemeene genade heeft een dubbel doel,

verlichting voorkomt, die

achtige bekeering te boven gaat. ten

:

hadden ontvangen enz. enz.

licht

zij

weg der zaligheid krijgen 1—7. Van personen, die verloren

bevatting van den

beroepen zich vooral op Hebr. 6

Zij

wie het

bij

niet verder

komt, verantwoordelijk

te stellen

voor hun verwerping van den Christus (de heidenen verwerpen God; maar die

—

de roeping hoorden, verwerpen Christus

Van hen spreekt Christus

een reuke des doods

;

ten val; rots

23, 24 — hier

is gemeene Kapernaüm over hen, die de gemeene genade ontvingen, gaat een harder oordeel. Maar ten 2^ ook bij de uitverkorenen heeft men deze gemeene genade, d. de gratia praeparans zin. Met een redelijk besef ontstaat inzicht in engeren een in de eigen verdoemelijkheid en in de genade. Deze gemeene genade die de roeping vergezelt,

der ergernis).

genade bedoeld

in

Matth. 11

:

hemelsche krachten gewerkt

er zijn

;

in

;

i.

heeft nooit kracht voor de v/edergeboorte,

gemeene genade

een

is

den kring van het genadeverbond werkt

gemeene genade wel na de wedergeboorte.

nog

is

wachten hebben, dan

te

boorte

reeds

boorte ?

predikers er ook

gemeene genade

is

er

Maar

ook

;

wedergeboorte.

te rekenen. :

vóór of

geen verband tusschen deze gemeene ge-

is

er

dan verband

bij

hen, die de wederge-

ontvangen hebben ? Spruit de gemeene genade

Neen

mee

tweeërlei stadium

in

Als wij hen nemen, die de eerste daad der wedergeboorte

nade en de wedergeboorte.

en

die

in

Ook onze vaderen kenden deze

zij.

Daarom hebben

degelijk.

de uitverkorenen nu

Bij

maar wel voor de bekeering. Deze

der weldaden van het genadeverbond, want juist

bij

uit

de wederge-

hen bestaat er geen verband tusschen gemeene genade

Zoo komt

het, dat

iemand, die reeds wedergeboren

is

en

de uitwendige roeping ontving en wel vergezeld van de gemeene genade toch bekeering

zijn

nog kan

van een vocatio interna. dat

uitstellen.

Eigenlijk

men de roeping hooren

kan.

is

Zij

Daarom spraken onze vaderen ook nog dit onjuist, want men bedoelt, het maken is

een naar binnen brengen van de ecty-

pische roeping.

Om wel

Maar

dit

het

goed

TTripfj-x

te

vatten dient hierop nadruk gelegd, dat de wedergeboorte

maar

niet

de

habitus

en

de

dezelfde God, die het a-Tripax gaf, moet er

actus in den mensch brengt. zijn

zon op laten schijnen. Hier

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen