Dictaten dogmatiek. Locus de Sacra Scriptura, Creatione, Creaturis - pagina 341

Caput

DeAuctoritateSacraeScripturae. §

III.

Het getuigenis

15.

enz. 167

En waar de Heere nu toch Abraham zoo laat spreken, daar volgt Mozes en de profeten d. het geheele Oude Testament in mente

ophouden. hieruit, dat

i.

Jesu absolute autoriteit had.

De Heere

b.

22

Luc.

drukt er op, dat wat in het O. T. staat, vervuld /noe/ worden.

37

:

de duidelijkste hoofdplaats, waar de Heere verbis expressis

is

moet gebracht. Aé^w ykp b^y.v (de Heere op zulke plaatsen kunnen wij ons beroepen in dit stadium, niet op plaatsen waar de Evangelisten het zeggen) on. ïn rzl>ro rh yiypxyi^ivov (to'jto tÓ duS absoluut) dv. TtXz(T^r,vxi h '/xot. (d. W. Z. zijn docl de idee aangeeft, die hier spreekt

dus

hier

tot uiting

alleen

zelf;

—

moet bereiken

En wat

in mij).

is

woorden

uit Jes.

en toch

blijkens deze plaats

ïy(j.i

—

want

53

wat

alles

:

zijn

zelf

op den Heere lijden

;

— kxI

fizr' avó/LCf^u sXoyla-B-yj

rk

kxI yy.p

en dat nu vindt

Trip).

riXcg in

zijn

Hem.

de Heere redeneert hier ex absurdo. Het spreekt vanzelf, het

54,

kwam

Joh. vx

r\

13

waar de Heere weer zegt van het

ypx(p>] TrX-rjpwarr^

Gods m. Joh.

w. dus

a.

15

:

schrikkelijke

dien zin, dat de Schrift afschrift

in

nl.

is

met Judas

van het besluit

opdat het besluit Gods vervuld worde.

oh

25

:

als mijn

?

18,

:

riXcq

ïfxo'J

geschreven met het

staat, is

moet vervuld worden, maar hoe zou het vervuld moeten worden, lijden niet

—

geen profetie zouden toeschijnen

slaan.

Oude Testament

het

in

oog op het program van Matth. 26

ons op zich

12, die

:

nu dat yiypxfj.fMhov ?

rw

i/ó,a;w

een

is

de Thora, maar

uit

de

genomen en daarvan gezegd riep de Heere mij dorst, omdat

'va

citaat niet uit

Psalmen. Joh.

19

T£Xei(xiB-?i

dorst

28 de

:

wordt

ypxtp/]

ypx(pr„ Xéyet, At^ih

>}

hier absoluut

dus

niet alleen

maar dorst hebbende

had,

riep

Hij

:

dit

uit,

Hij

opdat de Schrift vervuld

zou worden. V.

De

uitspraken, waaruit

representeert en dat deze Joh. 5

in

39

:

:

Dat

de

teleologische

dat de Schrift eene concentrische gedachte

Xl (JLXpTUpOÏKTXl TTlpl

V.<TIV

25 enz. wederom rk

Luc. 24 is

KxI ÏkzIvxI

blijkt,

volgens het zeggen des Meeren zelf: de Christus.

is

-Trzpl

ïyLOXj.

kfxoü.

beschouwing van het Oude Testament, die

alleen

Christus haar vervulling vindt. VI.

De

plaatsen^ waaruit

blijkt,

dat de Heere de voorhanden stof van het Oude

Testament zoo als stof van één geheel beschouwt, dat Hij zelfs stof uit twee brokstukken, die in het

Oude Testament

smelt tot een ypxf/]. Matth. 9 „"EAeoy 13 :

Micha 6 VII.

:

De

:

3-c'Aw,

ver van elkaar afliggen, aaneenrijgt tn

kxI ol B-urrlxu"

aangehaald

uit

Hosea 6

saam-

:

6 en

8.

plaatsen, waaruit

blijkt,

dat waar de auteur een enkele maal genoemd

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen