Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 767
college-dictaat van een der studenten
Hoofddeel Nu
vraag
de
is
enz.
leeraar en de studenten, die Zij
doceeren, gedeeltelijk
omdat
welke er
bijv.
tusschen een hoog-
is
die hoogleeraar dat bepaalde
vak moet
de wilskeuze, omdat de studenten ook van het college
uit
De hoogleeraar
kunnen wegblijven.
verhoudingen tusschen ouders en
die
die,
t1
onderwijst ?
hij
gedeeltelijk noodzakelijk,
is
al
hoe
;
De Deo decernente
3.
hoe ontstaan
:
man en vrouw
kinderen,
§
V.
allemaal verhoudingen dus.
Nooit
spreekt, de studenten hooren en schrijven
twee obiecten denkbaar
zijn er
;
of er bestaan
verhoudingen tusschen beide.
Vanwaar
verhoudingen, zoo onderscheiden in karakter ? Hebben de gemaakt? Neen immers; wat de noodzakelijke betreft, zijn het bepaalde verhoudingen, die gefundeerd liggen in het wezen des menschen, die niet buiten het besluit denkbaar zijn die dus uit het besluit Gods zijn voortdie
menschen
die
;
gekomen.
Maar de moreele verhoudingen
Wat is
voor
alle
Norma
is
karakter
de wet
de actualiteit
verstaan
te
verhoudingen
de
:
betreft,
in
de vraag
is
De
of niet.
hoe wij daaraan beantwoorden,
:
ordinantiën des zedelijken levens zijn niet
Onder
het besluit.
het besluit zijn dus niet
de dingen, de historie der dingen, de natuurverhoudingen,
van
plaats en
tijd,
maar
dat besluit liggen ook die rela-
in
ons wezen liggen, èn de moreele, die geregeld
in
er
noëtisch karakter dragen en onder die èn de verhoudingen, die
een
die
tiën,
;
gekomen, maar liggen
vanzelf alleen
moreele
wet houden
of wij die
dan, vanwaar die ?
komen zij uit onze wilskeuze, doch moreele verhoudingen een norma en eene actualiteit.
het
door de norma, waar-
zijn
aan wij moeten beantwoorden.
Dat
alles
ligt
in
het besluit des Heeren
;
dat besluit bevat dus niet alleen
verborgen wil, maar ook den geopenbaarden wil onzes Gods.
zijn
Het
IV.
laatste punt in
behandelen,
te
is
woord, dat men
in
de
deze paragraaf
inclinatio,
te
bespreken en
in
de volgende breeder
De naam beteekent
de oude Dogmatieken
een
„overhelling"
van „inclinatio" vindt.
als vertaling
Daarmede wordt aangeduid, dat God de Heere, krachtens
Zijn besluit,
eene
inclinatio heeft tot Zijne schepping.
Zichzelven
In
dus niet
om
Wanner is
die
juist
Zijn
in
inclinatio
Hij
Zichzelven
Wezen, maar,
er in Joh.
omdat
Hij
volkomen genoegzaam, de
tot Zijn besluit
den inhoud van dat besluit
y.yxTTr;,
voorwat
is
die in
3
vs.
16 staat oorw
God voor
in
Zijn eigen
zijnde, heeft Hij
eene
te realiseeren.
yy-p Y,yx7rr,<Tiu
i
C");;^^
rh-j
kótju:-^,
Zijn nza-fxcc bestond, de inclinatio ad
het in het besluit alzoo bepaald
te zien gerealiseerd.
gekomen
inclinatio ligt
is,
Wezen gecomponeerd
is
er niet
heeft,
dan
creanda
eene liefde
eene inclinatio
in
om
God het
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's