Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 740

;

Locus DE Christo (Pars Secunda).

38 natuur

goddelijke

haar

haar

in

ingaan

laten

uiterste

verheerlijkte

zijn

in

menschelijke natuur en

instrument laten werken.

elasticiteit als

Dus

niet zoo,

de wonderen alleen de menschelijke natuur, verheerlijkt gelijk zij vóór den val was en in den hemel zijn zal, handelde dan zou elk mensch ze kunnen doen en de mensch ook aseïtas bezitten. Maar zóó, dat de wonderen bij alsof in

:

Christus

effect

—

van wat het subject God, de menschelijke natuur als inDaarom wordt het nooit scheppen is het altoos

zijn

strument gebruikende, doet.

wat voorhanden

omzetten

is

macht ook de profeten

bekwaamd.

heeft

wat de omniscientia

2.

;

het niets dan datgene, waartoe de goddelijke

is

;

betreft,

bij

Christus

drieërlei scientia, nl. (lo) scientia donativa, die

originalis

kennis

en

omdat

Hij

Wat

het Paradijs.

in

de menschelijke natuur is

zij

charisma,

bij

bij

donata a Spiritu Sancto

in

staat

Adam

eigen

God-zijn had, er

door

kwam nog

zeggen,

te

dat

bij

;

conceptu.

anders ware

Maar

H. Geest ontvangen had niet met mate.

bedoeld

niet alleen

God

zijn,

increata

was

en van

het zijn

Schrift uit-

was met den H. Geest dat Hij den Met deze unctio wordt de scientia in;

deze vloeide rechtstreeks voort

en

zij

wat de

(2) scientia infusa,

gezalfd

Hij

met de sapientia

ingeschapen Gods-

Christus scientia donativa

Maria aannam

uit

onderscheiden tusschen lijn

dat Hij door de scientia donativa kennis van

drukt

fusa

echter

sapientia originalis was, moest

geweest, nu

een

Adam

van

te

is

op één

uit

goddelijke natuur door het kanaal van den Mediator.

de omniscientia van de

De scientia experiboom stond, wiens

(S»)

mentalis, die Christus ontving door te zien b.v. dat daar een

bast

bruin

Bijbel

te

TTpsKÓ-^ig

en

was; dat een paard zoo'n kop had; door in den en aldus te weten wat er in staat. Hiervan geldt alleen de

blad

lezen

van Luc. 2

ignorantia

van

groen

52, niet bij

:

Christus

van de theologia unionis,

de beide andere scientiae.

De dusgenaamde

geldt dus alleen van de scientia experimentalis, niet d.

w.

van de kennis, die de Middelaar had krachtens

z.

het ééne subject in beide naturen.

de omnipraesentia deelt zich nooit en nergens mede aan de menschelijke natuur van Christus, maar wel zien wij bij de menschelijke natuur van Christus een verschijningsvorm, die hoogere elasticiteit vertoont dan bij gewone menschen. J.

Bij

als

menschen

in

mermerische toestanden,

van Schwedenborg zien wij

aanwezig

n.l.,

bij

de somnabulen en

in

een geval

dat er in de menschelijke natuur een ela-

den mensch volstrekt niet omni- of multipresent maakt, maar hen soms het vermogen geeft, terwijl hij op ééne plaats bewust tegenwoordig is, ook te weten wat elders geschiedt. En nu toont de H. S. bij Jezus niet in ziekelijke, maar bij nuchtere toestanden feiten, die bewijzen, dat sticiteit

die

is,

zijne praesentie niet beperkt

—

dit laatste

moest

er bij

was

om

als

de onze, hoewel geenszins omnipraesent

den Lutherschen geen voet

te

geven. Het waren

toestanden, waarin een verdere uitstraling plaats vond van den straal van het bewustzijn, niet van actie. Van actie op een afstand lezen wij nooit het eenige ;

wat daarop duidt 1-8. 7 :

is

de

genezing

van den

dienstknecht

des

officiers,

Luc,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen