Dictaten dogmatiek. Locus de Sacra Scriptura, Creatione, Creaturis - pagina 340

Locus DE Sacra Scriptura (Pars Secunda)

166

schrift. De jota is in het oude Hebreeuwsche schrift maar in de nieuwere handschriften was ze afgel<apt en klein geworden. Daarmede wordt dus bewezen, dat Christus niet alleen de autographa, maar ook de apographa uit zijn tijd erkent. Nu kan een jota niet heel veel verschil maken hoogstens een verleden tijd in een heden omgieten. En toch zegt

ringen

Hebreeuwsche

het

in

een groote

letter,

de

dat

;

Heere,

alles

het

in

O.

T.

zoo groote

een

autoriteit heeft, dat zelfs

kleine y-tpxix of jota niet kan gemist worden.

Matth. 5

was

Matth. 22

Uit

18.

:

ingesloten

hjiq

41 en vv.

:

Heere staat beroepen,

hadden

:

KÓptog

dat

toont,

De Heere

Phariseën

anders hadden

;

antwoord

zij

in

vbfx,oq

niet

Jezus had zich nooit op

op even

:

verband kunnen

de Schrift geloofd

stellige wijze in

wel captie op gemaakt.

er

dit

woord

tweemaal

alleen schlagend, als in het oorspronkelijk£

is

Kopi'^i.

de

als

den

op het geheele Oude Testament. Hier hangt het redebeleid weer aan een enkel

heel de redeneering

K'jptoc;

vravrx yivTiTM blijkt, dat de profetie bij

o(.v

vbf^oq ziet

;

Het uitblijven van eenig

omgeving wel degelijk de autoriteit van de woord werd uitgestrekt. Daniël worden hier alleen geciteerd de woorden: t6 Jezus'

Schrift zelfs tot een enkel

24

Matth.

üit

15.

:

/3Sé/\.oy,ux T7,g ipy]/uïocre(^g

en deze geheel buiten het verband door den Heere als

een aanduiding gebruikt van de vreeselijke toestanden Joh. 10

34 bevestigt weder hetzelfde.

:

voorafgaande woord

^)eor,

en waar

Alle

men nu

kiem

in

de laatste dagen.

hier

zit

weer

meenen

wellicht

in

het ééne

zou, dat dit een

verkeerde lectio was, snijdt de Heere Jezus deze gedachte af door te zeggen,

de

dat

plaats

worden,

men

als

dit

maar vergeet zoo

dikwijls,

woord bedoeld

slechts één

ééne woord

licht

op

uitliet.

Men

merken, dat er

te

is.

Volgens de uitspraken des Meeren heeft het Oude Testament absoluut gezag.

IV.

Dit

de

zou gebroken

Schrift

deze

citeert

vloeit niet in het

woorden

enkele

als

voorgaande ypx^p/]

in

;

vooraf

bewezen, dat de Heere

is

zelf

erkent; nu moet aangetoond, dat Hij hun ook

absoluut gezag toekent. a.

Wij

kunnen toch voor

16

:

29

i.

e.

w.

het

heele

absoluut gezag dezelfde plaatsen als vroeger

dit

aanhalen, althans deels: Joh. 10

:

34; Matth. 5

gebruik,

:

18

(let

op het xavra

dat de Heere Jezus van het

nu). Luc.

Oude Testa-

ment maakt. Luc. rolt;

riep:

16

:

29

Trpo^-'rirxc

„deze

Nu was

is

eene gelijkenis en nu zegt Abraham

in

ay,o'j(TXT(x)(rxv

is

xLrdjv,

in gelijken

mijn geliefde Zoon; hoort

de Heere

bij

een gelijkenis althans

accomodatie verklaren)

om

omdat deze

ons

gelijkenis

hem" vrij

de trekken- van in

den

zin als de

—

zijn

ï'/^cva-i

Mwo-ia kxI

Vader van den hemel

dus er

(gesteld

:

is

gelijke autoriteit.

men wilde

beeld te kiezen

hemel verplaatst, waar

het overige als ;

alle

te

meer

vrij,

betrekkingen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen