Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dictaten dogmatiek. Locus de Magistratu, Consummatione Saeculi - pagina 453

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dictaten dogmatiek. Locus de Magistratu, Consummatione Saeculi - pagina 453

college-dictaat van een der studenten

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

De magistratu

§12. te

bespotten,

hoonen,

te

Eeuwige Wezen

in

sua

425

in ecclesiam relatione.

met dien hoogheiligen naam van het vloeken. Naar aanleiding hiervan nu, gaf de

eindigde

en

opzettelijk

te

Heere bevel aan Mozes, eerst speciaal om dezen zoon van Selomith te steenigen, en voorts generaal, dat een ieder, vreemdeling of inboorling, die den

naam JEHOVAH

Men

aldus zou gelasterd hebben, zou sterven.

ziet dus, er

is

hier

geen sprake van een algemeene zonde van afgoderij

maar een zeer bepaald en eng omschreven misdrijf, En dat wel, niet van elk misdrijf, waardoor men geacht t. w. Godslastering. kon worden iets Godslasterlijks gesproken te hebben, maar zeer bepaaldelijk van het opzettelijk lasteren en vloeken van den Heere, hetwelk van het zich zelf vervloeken zeer te onderscheiden is. Ja nog sterker, er is van geen andere of

valschen

godsdienst,

Godslastering

sprake,

van

dan

de zeer bepaalde

Zonder meer mist dus de

Van Velzen

heer

zonde bepaalde

het

straf

het recht

:

voor mannen van het type-Servet geldt?" aan is

niet

bekend,

althans

niet

om

algemeen gebod

wering en uitroeiing van afgoderij en valschen godsdienst. Het best knoopen we hier terstond de derde vraag „of

Van Servet

„lastering en

JEHOVAH."

vloeking van den naam

eng omschreven

opzettelijke

in

uit

dit

doodsbevel ook

vast.

rechten bewezen, dat

schuldig gemaakt

had aan opzettelijke lastering van den naam

ook

opzettelijk

dat

niet,

eenige

hij

opzettelijke

lastering

Gods Wezen vervloekt in

de op deze

af te leiden tot

hij

zich

JEHOVAH

heeft; zelfs niet, dat

hij

den zin van Lev. 24 vs. 16 tegen den Heere

onzen God heeft uitgesproken. Er

noch mag dus anders geoordeeld, dan dat mannen van het type-

kan

Servet niet onder de bepaling van dit doodsbevel vallen.

Maar na deze beide voorloopige vragen, komen we nu Stel

gebod ware

het

al,

juist

tot

de eigenlijke vraag

:

van pas aangebracht, dan nog dient gevraagd

gebod nu nog ?" En dan zij het ons geoorloofd den Heer van Velzen, onzen geachten opponent, allereerst te verwijzen naar wat we lezen in Deut. 13 vs, 6 vv. en

en onderzocht

Deut. 17 vs. In Deut.

den

dood

maar

in

:

„Geldt

2.

13 vs.

6—10

zal gestraft

gebiedt de Heere namelijk, dat evenzoo zekerlijk met

worden

familieleven,

het

brengen van

dit

zijn

elke

pogingen

man zal

of

vrouw,

die,

niet in het openbaar,

hebben aangewend

geloof en over te halen tot het

om iemand

meedoen aan den

af te

dienst van

afgoden.

Men

ziet,

schoond,

hem

hij

dat hier de uitdrukking zoo sterk mogelijk

is.

moet sterven, de man, wien het aanging, moet

slaan, en

gansch

Israël

moet hem steenigen.

Hij zelf

mag

niet ver-

de hand aan

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Abraham Kuyper Collection | 804 Pagina's

Dictaten dogmatiek. Locus de Magistratu, Consummatione Saeculi - pagina 453

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Abraham Kuyper Collection | 804 Pagina's