Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 643

Hoofdstuk

De

III.

drie Personen enz.

ons komt het „vader worden"

Bij

zonder dat

een

bestaat,

iets

waarvan om zoo

ooit vader

hij

de

zeggen

te

bij

De Tweede Persoon.

B.

ons wezen

wordt kiem

bij

;

bij

ons

bij

wezen van menig-

het

:

ons

209

het dus accidenteel,

is

zonder dat

Ugt,

uit

die

potentia de actus behoeft voort te komen.

De daad der generatie is echter van het Wezen Gods zijn Wezen in de daad des genereerens.

onafscheidelijk, Hij

openbaart

Eene eeuwige generatie, gedacht

2.

den zin waarin

in

van genereering een zelfstandig wezen voortvloeit, zou eindeloos getal zonen

daarvan

Een

a.

nog op andere manier worden voelbaar gemaakt.

vader

van

elk

gestort,

twaalf kinderen heeft, ziet

die

bijv.

maar

wezen,

zijn

en

zelven,

Wezen

daaruit

volgt

is

daad van generatie

is

iets,

nl.

de generatie soms een langen duur

;

eene vrouw

om

toch

Heere

is

soms is

uren, ja

beletsel

Hem

bij

;

is

heeft

dagen lang

gebrekkige generatie in

een oogenblik,

zonde wil gaat die daad met smarte gepaard,

der

geen

is

zóó opgevat, alsof

niet

Ook onder menschen

vrouw geschiedt de daad des barens

de gezonde

bij

Wezen

dit

arbeid voordat het kind geboren wordt, maar dat

zelfs

het Goddelijk

bij

dan zóó, dat in den Zoon het geheele

volledige resultaat nooit zou bereikt worden.

het

de generatie

is

het obiectiveeren van zich-

Dat eeuwig doorgaan van de generatie mag ook

b.

en

de

zichzelven over-

Nu

overgestort.

Daaruit echter volgt nog

in

niet leidt tot

zij

dat

dus,

anders denkbaar

niet

van den Vader

hij

12 bezit slechts een deel van hem.

die

elk kind een trek

in

van die kinderen heeft

geen

in

onvolkomene daad indien

eene

nooit tot iets anders

de generatie van één Zoon.

tot

Ditzelfde kan 3.

de daad

echter het ongerijmde

Hem

bij

uit

er toe leiden, dat een

men

Ziet

dan gevoelt men, dat het genereeren

in,

kan leiden dan

van

God zou voortkomen.

uit

ons

bij

in

God den

dus de daad van genereering elk oogenblik

volkomen. In

deze

sumeerd 10.

drie

punten

wordt dus

het

van

begrip

eeuwige generatie gere-

:

Tot den

van den Vader behoort het

aard

eigen

te

genereeren

;

Hij

is

nooit niet-genereerende 20.

den Zoon 30.

genereeren

dat

in

;

moet altoos leiden

voortbrengen van

en

dien

Zoon moet de Vader geheel

B. Vragen wij nu, of wij vinden,

tot het werkelijk

dan

wijzen

wij

in

er,

zijn

Wezen

de Heilige Schrift

dit

overstorten.

mysterie zoo geopenbaard

voordat wij de Schriftuurplaatsen die hierop be-

trekking hebben gaan bespreken,

eerst op,

hoe

er in

de Heilige Schrift

in

den

breede nadruk op gelegd wordt, dat het absolute begrip van den Zoon alleen

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen