Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 467

Hoofdstuk is

dan ons

er

;

is

ons

wezen van

het

mensch

den mensch

de forma, die

Dat hangt

kan ?

schap treden

zijn

33

Ja.

Dan heb

Wat

en wezen.

is

in

met het Wezen Gods

er

weer van

af,

is

als in het

Wezen Gods.

forma van wezen

gelijke

Trinitate.

van ons denken onafhankelijk ?

zijn

ook contact en gemeenschap met het absolute

ik

is

nog

ik

Het Dogma de Sancta

I.

in gemeenwezen van den

of er in het

Indien neen, dan

geen gemeenschap met het Eeuwige Wezen mogelijk. Maar nu de mensch

er

geschapen

is

spiegelt de

forma van het Wezen Gods zich

üjk wezen.

naar het beeld van God,

Dat

ligt juist

in

is

Nu

gemeenschap wel mogelijk.

die

af in

de forma van het mensche-

het persoonlijk bestaan.

Daardoor

is

de gemeen-

schap mogelijk.

De mensch schap

gehad,

dan ook oorspronkelijk met dat Eeuwige Wezen gemeenomdat het Eeuwige Wezen zich aan den mensch openbaarde.

heeft

En het is alleen een gevolg van de zonde, dat zulks nu op de andere wijze moet plaatsgrijpen dan voorheen. Maar ook bij den diepst gevallen zondaar is er toch altoos, door den sensus divinitatis, nog contact. Het Eeuwige Wezen heeft daarom aan den zondaar buiten de wereld van zijn denken om, in zijn innerlijk zijn,

om

persoon op persoon

daarom moest

ven, die

zijn eene

te laten

werken, zijne openbaring gege-

kon

levensopenbaring en niet

dachtenopenbaring. Deze levensopenbaring

zijn eene

ge-

ingaan van Gods Zoon in de menschelijke natuur en van den Heiligen Geest in het menschelijke hart. Zoo heeft God ons zijn mysterie, door zijne openbaring, nader gebracht. Daar is niet mee bedoeld het schenken van de formule voor een dogma of hetgeen in de Schrift voor het denken is gegeven. Maar dit, dat leven aan raakt,

leven

voor

eerst

het

geslacht

is

voltrokken

der

in het

menschen door den Christus,

daarna voor den enkelen mensch persoonlijk door den Heiligen Geest. belijdenis

mensch niet

onmisbaar,

is

te

hebben.

om

de

realiteit

Alleen door het indringen van het Ik van

andersom, kan er openbaring, kan er gemeenschap

Wel

heeft

God daarna

die

af.

God

ons

in

ik,

zijn.

gewaarwording, door Hem aan ons woorden, voor onze gedachtenwereld, maar

innerlijke

geschonken, voor ons beschreven dat doet hier niets

Deze

van de gemeenschap tusschen God en

in

Die woorden

zijn niet

de eigenlijke openbaring

;

ze zijn

Het eigenlijke wezen der openbaring, het indringen van het mysterie als mysterie, gaat buiten alle gedachte en voorstelling om. Dat is het reëele indringen van het Wezen Gods in ons eigen innerlijkste wezen. En eerst daarna komt God ons, pro veeleer

haar verklaring.

mensura humana, gebeurd de

is

vertellen,

in

en wat Hij aan ons

onmiddellijke

aan ons leven

gaf.

ons is

bewustzijn indragen, wat er nu eigenlijk

werkende. Het mysterie

blijft

werking, die Hij door de mededeeling van

Dat mysterie wordt nooit door de

dus mysterie,

zijn

eigen leven

Schrift in ons denken over-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen