Dictaten dogmatiek. Locus de Magistratu, Consummatione Saeculi - pagina 89
college-dictaat van een der studenten
§ hebben dus
lukkigen
sympathie
tot
en
De
2.
gratia communi.
de
alleen
niet
priesterlijke
verzachting van dat
tot
Daarmede echter wordt
weggenomen, dat
niet
feit
't
verschijningen atavistische gevolgen van zonde
zeker van
de andere
in
men
Dat
dat
zijn,
de eene
in
waar het
vallei,
vallei,
waar
zijn.
In
veelal die
lokken dit
zedelijk leven een
abnormale
de bergstreken kan
het slecht staat
ligt
men
met het zede;
daarentegen
hooger toppunt bereikte,
bergstreken zoo goed kan nagaan,
dit in
kan plaats hebben. Dat
hieraan, dat de
niet.
men-
:
3.
de werking van Gratia
hiermee
handeld, thans gaan
we
De werking
1.
Negatieve werkingen.
Op
dit terrein is
Confessie: „En
der Gratia
heeft
het somatisch leven afge-
Communis op 7 psychisch
leven van den mensch.
door onze oude Theologen meer gewerkt.
hij
Art. 14
van de
wegen goddeloos, verkeerd en verdorven gewor-
in alle zijne
vangen had, en
Communis op
over tot de bespreking van
B.
zijnde,
geschiedt ter verheerlijking Gods, wordt door
dit alles
Christus uitgesproken in Joh. 9
den
uit te
daar meer op een bepaalde plek blijven wonen, zoodat atavisme beter
schen
Is
om
maar ze dragen
van die ongelukkige verschijningen voorkomen
vele
leven,
lijk
bediening
pijnlijk lijden,
een getuigenis van Godswege.
lijden als
er
61
verloren
al
zijn
uitnemende gaven, die
behouden dan kleine
heeft niet anders overig
hij
van God ont-
overblijfselen der-
Deze woorden bevatten een schijnbare tegenstrijdigheid. De mensch heeft al zijn gaven verloren en toch nog kleine overblijfselen behouden, (rudera, scintillae/ Dit is alleen te verklaren op het standpunt, dat men de Gratia Communis en hare stuiting erkent. We moeten 't ons niet voorstellen, alsof de zonde den mensch niet alles ontneemt ze doet dit wel, maar de Gratia Commu-
zelve.
;
tusschenbeide treedt
die
nis
is
zijn
psychisch leven te stuiten.
we
niet
het,
zeggen, dat
kracht toch bezat bestaat zien we.
hij
in
wat
bv.
Kant gadeslaan, dan kunnen
uitnemende gaven hem ontnomen waren.
we
een krankzinnigengesticht binnen, dan
waar wij elkanonze uitnemende gaven verloren zijn,
hem ontnomen worden, en gevoelen we,
in
kennis,
toch niet
al
anders toch zou het menschelijk bewustzijn één en zernij zijn.
Denk-
gansch uitnemende mate. Tusschen Kant en een idioot
van den mensch wordt, indien de uitnemende gaven van het
er
opbouwen
het doorgaand vernielingsproces van
Wanneer we
een groot verschil. Treden
helder bewustzijn
der
al zijn
om
Toch
heeft de
al
dat,
krankzinnigheid en ra-
zonde principieel en ideëel de strekking en neiging
om
mensch te vernietigen. Is dit waar, dan is de zonde óf niet absoluut in den mensch gekomen óf wel, welk laatste onze Geref. vaderen steeds beleden. (Wij zijn in zonde ontvangen en geboren). Evenwel
die
uitnemende gaven
heeft
God door
Gratia
in
den
Communis deze gaven, wel
niet
volkomen, zooals
bij
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 804 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 804 Pagina's