Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 733

Hoofddeel zaligheid

ook

meer

niet in

volzaligheid

bij

kan

uitspreken, al

De Deo operante sensu generali.

2.

komen daar

heeft,

zich

zou

de

bron,

die

bron

van

uit

eene

voorstellen

dat,

genieten

In

Hemzelf

heid,

daardoor

voorstelling hebben, als

en

en

zijn

wij

menschen nooit

43

volzalig,

iets zijn

nooit

te

genoegzaam

is.

wanneer

eindigende

zoo eerst moeten wij

voorstelling

rijker

al

wat hoog,

rijk

in

God het

heerlijk heiligen liefelijk

vloeiende bron eene kruik water

zoo die kruik weer werd uitgegoten zou wij

worden,

dan zou

hij

eene even

zouden meenen, dat ons bestaan

kunnen toebrengen aan het bestaan en genieten Gods.

zou die

met die volzaligheid, dat

wij

zijn

en wanneer nu iemand, die

dwaze

daarom

;

belijden

de bronnen

geput in

§

den staat der gelukzaligheid, en waar wij dus van den Heere

Eeuwige Wezen is;

V.

komen

tot

de

in

fonteinen

van eeuwig geluk en zalig-

de zaak indringen

om

voor onze religieuse

onwankelbare overtuiging, dat God Zichzelf

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen