Dictaten dogmatiek. Locus de Magistratu, Consummatione Saeculi - pagina 263
college-dictaat van een der studenten
L
§
men
dat
zin,
8.
elkaar
uit
De
haalt,
235
origine magistratus.
wat God
men
heeft verbonden, dat
scheidt,
wat God huwde.
De mensch leven.
heeft
gevoelt,
lichaam uit
voelt in zich de onderscheiding tusschen psychisch en somatisch
moest
Dit
gevoelen, maar even beslist als
hij
elkander behooren.
bij
en lichaam bestaat.
ziel
deze onderscheiding
hij
ook de bewustheid van de noodzakelijkheid, dat
hij
om
De
ordinantie van de schepping
Elke poging nu
om
aan het
is,
en
ziel
dat de mensch
o-'Ij^-/
te
ontkomen,
ontkomen aan de ordinantie Gods. De i|/!>x/7 alleen is geen mensch, is een homo mancus, is de helft van een mensch, is een onvolkomen mensch. Wanneer nu dit beginsel, dat de ^it-^n afgescheiden moet worden van een poging
is
te
wanneer men daarin het karakter van heiligheid en vroomheid gaat stellen en zeggen gaat, dat men hoe meer men dit beginsel doorvoert, des te hooger en voor God meer welgevallig komt te het (tCmux, tot principe verklaard wordt,
staan en meer een pneumatisch karakter vertoont, dan
en
men de
keert
ziel
en
ordinantie
lichaam
Gods om.
is
Immers dan toch
aanwezig,
de
ketterij
is
de scheiding van
slechts tijdelijk, daar elk een onderscheiden openbaring
niet
en afzonderlijken werkkring heeft, maar wordt er van deze scheiding van en lichaam een principe gemaakt, een beginsel, waaruit en een
De mensch
van vroomheid opbouwt.
stelsel
men
ziel
verder redeneert
begint zich dan op deze
scheiding te verheffen, meent daardoor zijnen wandel te heiligen en de geestelijke
hoogmoed
in
is
biijft
of
hij,
heilige
dan
of
hij
in
den mensch gekomen, die even daemonisch en duivelsch
vormen aannemend,
leven in strijd met de ordinantie
psychisch
scheiden van het somatische, de
werpen en het
heilige
het somatische leven
is
te
'\i-jy[;r
stellen
Het antwoord Txy.y.LiT'iipoq
i^/cü
VS. 24). In
ligt
te
in
Gods
voor de
oi.y^p'j>7rsi;,
r(<;
,ci£
de
en
komt
het
om
het
als afge-
(röj,ax
weg
te
losmaking van het psychische van
hoogmoed.
?
hand, picrirxi
den zondigen toestand
om
gaan verheffen
is
n.1.
op dezelfde wijze
als
Paulus riep
va roii a-'^>jUXTOc rc^j S-y.yxroi/ tcjtc'j {RotU.
het somatische leven niet slechts drager
van de zonde, maar het paard, waarop de zonde bekeerd
Elke poging dus
beschouwen en
te
het principe van geestelijken
Hoe komt nu de mensch daartoe
7
zich als een engel des lichts vertoont,
boosaardige vormen zich openbaart.
er ernst en geestelijk leven in
uitrijdt.
de
ziel,
Wordt nu de mensch dan komt ook deze
gedachte van Paulus op. Er ontstaat dan een verlangen
bij
om
b.v.
toch maar van dat zondige lichaam af te
zijn.
Die
het kind van
God
werkelijk tobden
met de zonde van drankzucht en vleeschelijke lusten hadden dikwijls een dat God hun het leven maar moest afsnijden. In dezen zin ligt er geen kwaad in, aldus is het geen geestelijke hoogmoed, maar een gevoel van gevoel,
onmacht om den
strijd
tegen de zonde vol te houden.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 804 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 804 Pagina's