Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 193
college-dictaat van een der studenten
§
De nominibus
6.
van des menschen
praeformatie
maar
dit
volkomen
is
moet derhalve
'^/Dyrr,
de dieren worden gezocht.
bij
175
Dei.
Wij mogen ons hier
niet bij
dat er in de dieren velerlei
duidelijk,
ons corporeel, maar met ons psychisch leven op éene ad formam aliquid invisibile
;
de engelen, maar
niet in zoölogie
dat
is
dan wel
niet
lijn
is,
verloopen,
dat niet met
staat, scilicet
quod
eene hoogere of lagere ontwik-
maar toch wel praeformatie van het psychisch leven van den mensch. Het is daarom niet genoeg, gelijk onze oude dogmatici hebben gedaan, om alleen
keling,
te
poneeren, dat
God asomatisch
apsychisch.
Zoo
we wezen
moeten.
is
Vragen
wat men met
wij,
ttviü^lx
steeds het bezielend element van
Als niet zijn
moeten ook uitspreken, dat Hij
is; neen, wij
de tegenstelling volkomen zuiver, en komen
wij,
is
waar
Eerst de tegenstelling met het somatische.
N.
is
eerst
wij
van
zeggen, Tvvi-jfjix
den
Heere Jezus
dat Hij zijne zelf overgaf.
ziel
van Goddeloozen. de uitdrukking
zelfs
-h-jy^q
dan
is
het
antwoord
:
rh
ttvi-j^lx
en o-w^x beide.
lezen, dat hij
„den geest gaf", dan wil dat
overgaf in de hand zijns Vaders, maar dat Hij
Want „den
gezegd, maar van
Christus
uitdrukt,
alle
geest geven" wordt niet alleen van den
menschen,
niet alleen
van vromen, maar ook
Allen gaven den geest in de dagen van
van dieren gebruikt,
cf.
Noach daar wordt
7:21: „En
Gen.
;
alle vleesch, dat
Door dezen adem psychisch, maar
zich op de aarde roerde, gaf den geest, van het gevogelte enz."
„geest"
Gods.
ook
wordt dus
De
over
niets
anders verstaan dan de met leven bezielende
bezieling van ri ^yc:,ax het
somatisch
leven.
komt
niet alleen
Wij lezen dan ook
over het in
den aanvang van het
Gods zweefde over de wateren, welke werking des Heiligen Geestes ziet op alle creaturen. De schepping is eene daad van den drieëenigen God, een opus exeuns van Hem, die ook het stoffelijke leven met zijnen adem heeft bezield. scheppingsverhaal, dat de Geest
Als wij van God zeggen, dat Hij is ri dit alles wèl in het oog. dan hebben wij ons te wachten voor de fout, die vooral in moderne kringen zoo licht gemaakt wordt. Daar dringt men het geloofsartikel „Ik geloof „God is in den Heiligen Geest" sterk op den voorgrond en redeneert aldus een Geest, en Hij is heilig; dus is God een Heilige Geest." Men gelooft dan Op dit standpunt is de niet in Christus, maar wel in den Heiligen Geest. dwaling zoo verleidelijk, dat men meent de persoonlijkheid van den Heiligen Geest in orthodoxen zin te belijden. Zoo Prof. Scholten in zijne „Leer der Hervormde kerk". Zoo, onder Scholtens irspiratiën. Prof. Kuyper, die onder de „De Heilige Geest is een pertheses achter zijne dissertatie ook deze opnam soon". Maar dat bedoelde gansch wat anders dan t: tt-jvj^x 'xycy, die met den Vader en den Zoon het Eeuwige Wezen is. Daarom mag ik hier wel waarschuwen tegen verwarring. Wij spreken hier over den wezensnaam 7rviï/ux,
[Men houde
TTuiïjfxx^
:
:
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's