Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 267

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 267

college-dictaat van een der studenten

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

§ Scheol

men

en

zijn,

legt

wolken

De NOMiNiBus

6.

hem deze

klimmen,

249

Dei.

op de lippen

taal

den Allerhoogste

worden."

der

derom

daarin het plaatselijk karakter der uitdrukking blijkbaar.

heb

aangevoerde

het

Uit

de

is

plaats

eerste

zal

Ik

recht te besluiten,

ik

naam

dat de

boven de

„Ik zal

:

gelijk

hoogten

We-

jv^y niet in

verband moet gebracht worden met Gods maiestas, den

in

hoogsten graad der eere, maar met de transcendentie Gods boven het aardsche.

ook onze Heidelberger

Gelijk

melsche

Gods

majesteit

in

antwoord 121 zegt: „Opdat gedenken."

aardschelijk

niet

van de he-

wij

Daaruit vloeit dan

in

de tweede plaats, als afgeleid begrip, vanzelf voort, dat Hem, die super omnia excellit,

ook toekomt moeten

Eindelijk

synoniem van

voorkomt, namelijk DliQ. en

3

:

hoogste majesteit en

nog opmerken, dat

wij

'{\'hv

Psalm 56

in

cfe

in

Psalm 92

:

eere.

er

Het

nevens

nog een tweede

^V

wordt tweemaal gevonden,

Evenals \r\v wordt het vertaald door

9.

„Allerhoogste".

80.

den

Ten slotte bespreken wij van de Oud-Testamentische Godsnamen nog naam nm>" Immers, door de Rabijnen wordt beweerd en door somtoegestemd, dat die naam als zoodanig een eigennaam Gods

mige theologen is

dat

;

het dus niet

gelezen

dat

dient

Die

naam zou dan,

toegekend enz.

Op

een

In

zichzelf

om

is,

worden

te

als

zijn,

goed

te lezen

kan

wel

mijn

nog

niet,

dat het zoo

niet

bij,

Leger,

maar wijzen

goed hooren

naam draagt van Sebaoth."

mijne is.

er

God

waarbij

gevonden worden.

in

mijn Schild etc. kan

wezen.

Heirschaar

aan God Hoog Vertrek"

laat, in gelijken zin

Schild, Rondas, Burcht, Rotssteen,

daar dan ook niets onnatuurlijks

gedachtenwereld,

zeer

„de Heere der heirscharen", maar

„o Heere, die den

:

gelijk zich zeer

„Mijn

:

Alleen

De Rabbijnen en theologen

zijn,

kan

Hij

ook

maar, daaruit volgt

laten het daar

dan ook

Nieuwe Testament die naam mXnY 29 en Jac. 5 4. Daar staat niet y^ptsi;

op, hoe in het

Rom. 9 maar eenvoudig o-a/?aoj3-. Naar analogie daarvan moest dus ook in onze Statenvertaling overal waar nu staat „Heere der heirscharen" gestaan hebben „Heere Sebaoth", gelijk ook Paulus en Jacobus den naam onvertaald gelaten hebben. Dat is metterdaad een vrij ernstig argument. Daar komt nog bij, dat de naam ook in de Septuagint in den regel niet is Trx-jrcY.py.ruip. Blijkbaar hebben de Alexanvertaald, en anders veelal door En zelfs Paulus houdt den naam nog drijnsche Joden er dus mee gezeten.

onvertaald

is

gelaten. Cf. bijv.

:

:

(TTpxTVjyi'xTUi'j of iets dergelijks,

'z

onveranderd van Jezus,

bij.

toen

Daaruit wordt ons althans zooveel duidelijk, dat

men weinig Hebreeuwsch meer kende,

bij

men

in

de dagen

dezen naam

niet

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's

Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 267

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's