Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 434

:

LOCUS DE FOEDERE.

40 betere

bevestigd

beloftenissen

verder

„Want

:

Over het

is.

voor het tweede geen plaats gezocht Hij tot

hen

:

Israels

en

over

verbond

dat

is

de

Heere

met

hunne vaderen gemaakt heb, ten dage,

Ik

om

Ik

die

inschrijven

uit

Egypteland

en

Ik

heb op hen

te leiden

En

zijn.

wetten

zullen

zij

maken

God

zijn,

genadig

heden

oud gemaakt

Van

hun zonden

en

zijn,

Als

zegt

Hij

want

;

niet

en

zij

na die dagen, zegt in

hun harten

stelling?

Want

hun ongerechtig-

hun overtredingen

zal Ik geenszins

nabij de verdwijning".

is

Wat

voltooid

Het nieuwe bracht het

laat

Waarin

tot zijn eindpaal.

dat het oude van buiten

Hierin,

is,

geen volmaking

Eerst in het nieuwe kreeg het zijn lag

dan de tegen-

kwam, uitwendig de wet voorhou-

dende, terwijl onder het nieuwe de wet staat geschreven inwendig

we

vinden

Datzelfde

tusschen

het

velen

als er uit

geschreven

ven

is

in

het

gerechtvaardigd geloof

het

deze

dingen uit

in,

een

een

om

Doch de wet zal

door

de wet, óf leven

enkel

is

terug

de tegenstelling

uitwendige

is is

vs.

die zijn onder den vloek

die niet

openbaar

;

niet uit het

blijft in al

En dat niemand door de wet want de rechtvaardige zal uit geloof; maar de mensch, die

De ééne

dezelve leven".

want

;

hetgeen geschre-

vaste formule

is

dus

het geloof; uitwendig of inwendig.

uit

tot

zijn,

iegelijk,

dat te doen.

wordt voor God,

Nu komen we daar

Daar zegt Paulus,

de werken der wet

boek der wet,

doet,

in

in het hart.

9—12: „Zoo dan, worden gezegend met den geloovigen Abraham. Want

Vervloekt

:

leven.

leven

nog scherper uitgewerkt

3

Gal.

in

geloof en de werken.

die uit het geloof zijn,

is

zal

zullen Mij tot een

zij

zullen Mij allen kennen, van

en verouderd,

is

was.

voltooid

zichzelf

in

volmaking.

er

Want

de Heere.

Ik zal

Het oude verbond nu was onvoltooid.

zoo

hen Mijn

het Sinaitisch verbond wordt ons dus gezegd, dat het niet onberispelijk,

d.w.z. toe.

dit

een nieuw verbond, zoo heeft Hij het eerste

:

dat nu oud gemaakt

;

en

niet naar

als Ik

leeren, een iegelijk zijn naaste, en een iegelijk

niet

den kleine onder hen tot den groote onder hen.

meer gedenken.

zal

;

zijn in

zij

hun verstand geven, en

in

Ken den Heere

:

want

;

niet geacht, zegt

en Ik zal hun tot een

;

broeder, zeggende

zijn

hen

Mijn

zal

Ik

:

over het huis

Ik zal

van Juda een nieuw verbond oprichten

gebleven

niet

berispende, zegt

huis

het verbond, dat Ik met het huis Israels

dit

volk

het

hand nam

de

bij

Want hen

geweest.

zijn

de dagen komen, spreekt de Heere, en

Ziet,

verbond,

het

we dan

Sinaitisch verbond lezen

indien dat eerste verbond onberispelijk geweest ware, zoo zou

de

verbondssluiting met

wetsoplegging,

of

zat er

Israël,

en vragen

:

Was

nog een ander element

dat de wezenlijke quintessens bevat?

Ter beantwoording van deze vraag gaan we naar Exodus lezen

we,

dat

Mozes op den berg

aldus tot het volk te spreken

:

Sinai tot

God

terug. In hfdst. 19

opklimt en bevel ontvangt

„Gijlieden hebt gezien,

wat

Ik

den Egyptenaren

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen