Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 329
college-dictaat van een der studenten
§
De gevolgen
6.
De meeste
natuurlijke oorzaak.
een
materieels
iets
gift,
fijn
maar hangt
stantieels
men
verstaat
dat,
waar
verkeerde
deneerd
de
voort
ziel
te zijn
is
op zich
Daarom
komt).
bij
ze
;
is
het
Om
nu
hebben velen en ook Böhl aldus gere-
gaan,
te
daar inhaerens
is
nooit iets sub-
is
aan een substraat gebonden. Onder substraat
de concupiscentia zondig
zou
ze
;
De zonde
niet.
verklaren als per traducem overgegaan.
te
tegen
begrip
Waarom
:
Dat mag
het accidens als contingent
ook verkeerd de erfzonde dit
lieden meenen, dat het zondegif een bacillus,
is.
zijn altijd
79
B. In Gencsi.
aan een substraat (lang en klein
altijd
ondenkbaar, maar
zelf
der zonde.
dus
is
Ze komt vanzelf
zijn ?
Geef
iets.
ik
dus
uit
de
toe, dat
ook erkennen, dat de zonde een subMaar aldus verwart men het positieve karakter der zonde stantie in mij is. met de substantie en om het laatste te loochenen, wordt ook het eerste zonde
concupiscentia
dan moet
is,
ik
ontkent.
Men kan
de
zonde voorstellen
want
substantieel,
er
werking,
dat het bloed, afgeleid van
werken.
Maar men kan ook zeggen vonken
electrische
electrische batterij
verbonden
koud en levenloos.
Zoo nu
rechtheid slechts
vóór den
omdat
het
doordat
vliegen,
val
;
op
Er
ziet)
is
te
daar een ijzeren stang, waarvan
ik
dien draad door, dan wordt de stang
Böhl zich den mensch voor
was de mensch een
zich zelf
niet
door middel van een draad met een
zij
Knip
is.
stelt
is
;
normalen weg, bedervend begint
zijn :
zij
;
maar behalve een negaheeft zij ook de positieve
ingekomen
men
belemmeren, dat
werking (het
tieve
de ontsteking van het oog
als
niets stoffelijks
is
in
den staat der
neutraal
iets,
dat
met God verbonden was, gerechtigheid had. Toen de zonde
in hem te werken, Maar evenmin als de stang, omdat zij geen vonken meer spat, daarom kwaad of slecht is geworden evenmin is dit het geval bij den mensch hij vuurt niet meer. Zoo komen wij tot de leer der
den draad doorgeknipt had, hield de gerechtigheid Gods op
kwam
en
carentia
er
justitiae.
;
;
pura naturalia.
De Roomsche Kerk
vóór den val er
leerde, dat reeds
strijd
bestond tusschen
vleesch en geest; en dat de gerechtigheid als een „meteg" of beugel gegeven
was om vleesch en den val
bij
in
;
geest
in
bedwang
daardoor ontstond er
den mensch, werd slechts
te
strijd
tijdelijk
houden.
Die gerechtigheid ging
en dat
de concupiscentia.
is
bedwongen door de
justitia
en
is
Ze
weg ligt
derhalve
geen zonde.
Deze voorstelling ook
alleen
steeds
dat
is
door de Gereformeerden steeds bestreden. Böhl kan dan
Melanchton en Zwingli voor
zijn
gevoelen aanhalen.
Calvijn leerde iets
daarvan
Carentia justitiae ponit contrarium) zeggen ? Dat
God den
„carentia
justitiae
ponit
contrarium".
Böhl begint
toe te geven in zijn Dogmatiek.
Wat
wil dit
(n.1.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's