Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 677
college-dictaat van een der studenten
Hoofdstuk
De
III.
proces,
maar het denken
denken
in
God
van
niet
Personen van het Drieêenig Wezen.
drie
Hem
in
altoos denzelfden inhoud heeft, verschilt het
maar
„Ik",
zijn
243
Zooeven gebruikten wij de formule
:
is
hetzelfde.
„zichzelven obiectiveeren"
.
Wat
betee-
kent dat ?
Het
zichzelven
is
kennen, zichzelven aan zichzelven voorstellen.
om
daarin ver bracht, komt er toe
van zichzelven, den indruk van Daarin, het
zijn
van
kennen
dat
in
onszelven,
de weg
ligt juist
de zaligheid, nadat de zonde
in
zelfkennis
zullen
voortkomt,
daar
hebben
heiligmaking toe-
is
weggedaan, volkomen uit
onze zonde
God den Heere
dat wij ons in
vanzelf,
tot
zonde, en het
is
zal zijn
waar nu gebrekkige zelfkennis
;
het
spreekt
het
eigen bestaan.
kennen of gebrekkig kennen van zichzelven
niet
gezegd, dat wij
Wie
zichzelven te zien en te hebben een beeld
slechts
volkomen zelfobiectiveering mogen denken.
Wanneer
zelfobiectiveering
die
is
Dan
volkomen?
met
eerst, als het „ik"
of zijn kan, in hei geobiectiveerde wordt teruggevonden. Nu blijft bij ons menschen dat obiectiveeren altoos eene abstracte gedachtenwerkzaamheid, waarin ons wezen niet medegaat, omdat de grond van ons wat er
al
wezen
in is
buiten ons „ik", in God.
ligt
Wij kunnen dus
den grond van ons wezen nooit overdragen
men Wezen
Brengt
zich
zijn
in
echter
obiectiveering er toe leidt
't
is
dus
onze zelfobiectiveering
altijd
een „Gedankending".
God den grond van men gevoelen hoe bij Hem zelfom ook den grond van zijn Wezen over te dragen binnen,
te
zichzelven
;
in
bezit,
dat de Heere onze
dan
zal
zoodat die obiectiveering substantieel plaatsgrijpt.
Zoolang men zich dus dan
stelt
in
God
obiectiveerende
onvolkomen
zelf
zijn,
wat ook, zoodat men
en dies
Gode onwaardig dan kan
tiveering als absoluut voltooid, zijn
dan
Dat
in
is
evenveel
iets
minder voor-
zou kunnen zeggen
het
:
;
denkt men zich echter die obiec-
er in het geobiectiveerde niets
minder
het obiectiveerende.
de grond, is
niet
het geobiectiveerde, dan zou de obiectiveering
aan
gelijk
is
God nog
geobiectiveerde in
in dat
is,
als in
waarom
elke belijdenis, die niet erkent dat in het
den Vader, de volkomenheid
in
God
God onvolmaakt stelt. God is God. Als Hij zichzelven obiectiveerde, en niet tevens God was, dan zou het God-zijn van God
Woord
aantast, en den actus
in
elke
Christelijke
Logos,
die
iets
te
Wezen
obiectiveert,
in
God onvolkomen
en vernie-
zelf.
zou men kunnen vragen
zichzelven
ook
niet geobiectiveerd zijn
kort doet aan het God-zijn van den
maakt de daad van zelfobiectiveering
tigt het Goddelijk
Nu
belijdenis,
het geobiectiveerde
:
Ontstaat er dan, wanneer het eeuwige
niet een nieuw wezen naast het bestaande, en
Wezen ligt
42
er
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's