Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 226

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 226

college-dictaat van een der studenten

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Locus DE Deo (Pars Prima).

208

Daar

men daar maar

dan

zuiver genomen,

ook

het zeer zeker

ethice verstaan. Mits

Het mag geen uitgangspunt wezen

mee beginne.

niet

van het anders onbekende". Maar

ontdekken

„liet

blijft

Men mag

op tegen.

niets

is

dat uitgangspunt

is

ook

het zelfs noodzakelijk, ri ^ojc

is

dat

;

in éthischen zin

te

verstaan.

wordt aanstonds

Dit

Nemen

onszelven. eigen

wij dat

nu eens

bovendien

en

licht,

indien

duidelijk,

zonder

wij

acht geven op rh (pw

eerst

niet als afgeleid,

maar op

in

een

God den

zooals

dus,

stoornis,

uiterlijke

zichzelf, als

mensch schiep, dan immers was dat licht het gansche persoonlijk leven van mensch doorglanzend en verlichtend. Zonder stoornis zou uit den aard der zaak dat licht zijne helderheid zijn blijven uitstralen. Maar door de zonde den

stoornis

er

is

gekomen, het

van den mensch

mee

is

volkomen

als

bron

van

licht,

het

onhelder.

Niet

Zoo nu ook

als

het

is

werking van het

het

Zonder stoornis werkt ons oog, genomen

zuiver. duister,

met ons

licht

verdonkerd, en heel het innerlijk bestaan

licht is

verstoord.

Maar wordt

innerlijk

ons

bestaan

innerlijk

wezen gestoord wordt. zondig.

Het

[Stel Ik mij in

dat

is

altoos

oog krank, dan wordt

Maar wel kan men licht gestuit

van ons

God

het

zeker menschelijk, maar

al

zulk eene stoornis

dat

innerlijk

ons innerlijk

wezen

het (p'M

uitteraard

binnen

in

ons

ook eene ethische beteekenis kon erlangen.

(p'^>^

God voor

een kind van

van

kind

wordt.

nimmer de

wordt. Alle verdonkering

gevolg daarvan

een

alle stoornis

7r:yr,pó^

dat licht kan

dus de zonde, die de volle werking van

is

En vandaar, dat

verbreekt.

is

Nu

Aan

licht.

benomen worden.

aanbrengen, dat de doorwerking van het

van

het

neen, maar eerst als het

in

den staat der gelukzaligheid, dan

zal

(pw altoos helder werken. Het bewustzijn blijft zeer wat aan de doorstraling van het licht bij den zondaar

den weg staat, is in den staat der gelukzaligheid bij Gods kinderen weggenomen, omdat er geene verstoring van hun innerlijk wezen meer kan

in

plaatsgrijpen.]

Brengen dat

we

God God t:

dit

(p''j,^

nu op den Heere onzen

i(TTiy,

en dat er

God

gansch geene

over, dan

tkctI-/. in

ligt

Hem

is,

in

de uitspraak,

dit

uitgesproken

had noch kan plaatshebben, dat zijn innerlijk wezen abnormaal maken en verstoren zou. En wat is nu heiligheid anders dan het volkomen en constant aan zichzelf gelijk blijven, het afweren van alle vreemde invloeden, en het „zuiver" zijn ? De begrippen „zuiver" en „heilig" zijn volkomen idcntisch „zuiver" geeft het negatieve, „heilig" het positieve begrip weer. Maar

dat in

nooit iets plaats

;

gezamenlijk

komt

buiten

kan

iets

zou dan Hij

God zelf noch van waardoor God anders worden

het dan toch hierop neer, dat

voortkomen, of actie oefenen,

noch

uit

is,

Trekken wij deze tegenstelling

iets

verder door, dan komt er nog een nieuw

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's

Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 226

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's