Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 602
college-dictaat van een der studenten
Locus DE Deo (Pars Alteka).
166
we op wat
Slaan
God
daar
dan
staat,
Hem,
het niet twijfelachtig, of er
is
De Heere
Meere gesproken.
den
op zijnen troon, de
zat
wordt van
serafs vlogen,
nu Johannes uit dat verhaal de 38—40, heeft overgenomen, zegt hij, dat Jesaia dit zeide „toen hij zijne heerlijkheid zag en van Hem sprak." Zoo duidelijk mogelijk is dus een der gewone stukken uit het Oude Testament
de engelen
woorden,
dienden
etc,
nadat
en
geciteerd zijn in Joh. 12
die
:
door Jesaia opzettelijk geduid op den Christus.
8—9
Psalm 45 : 7 en 8 uitdrukkelijk verklaard gesproken te zijn van den Zoon, want juist om de vergelijking tusschen Hem en de engelen begint vers 8 met de woorden Tlphq Sè rh-j -Jbv en daar zien we de uitdrukking van het Oude Testament totidem verbis toe'O ^póvs<; a-oi. b ötic c^V rov xiu)vx tsü gepast op den Christus in de woorden Hebr.
In
1
:
worden de woorden
uit
:
:
ix'.woq'
pxfiBcg
xStKixw
(Txq
ilB-{jTr]TZi;
Scx
TcrjTZ
r,
px/SSsq r7,q Pxcri/Mxq
^fjUKTVJ
Qeóqj
o
0"c,
'HyxTTr^a-xq SiKXio(rCi>r/^ kxï
croi/.
'jj.lityj-
Qsóq asu ÏKxigv xyxAAixa'lwq Tcxpk
'o
Tol/q fXZTO'^svq (TCj.
In Hebr. 1 : 10 wordt nog een ander citaat op Christus toegepast, en daar worden genomen de woorden van Psalm 102 : 26 Xi/ kxt' xpy^xq KCpa t),v :
yry ï^ifxiMw<rxq,
we
Zien
van
ïpyx rwv yj.tp^v
y.xl
plaats
die
in
Schepper van
den
Psalm
Psalm
dan
102,
ei
slpxyót,
etC.
het duidelijk, dat daar sprake
is
is
hemel en aarde, deze uitdrukkingen gelden dus on-
God den Heere maar niettegenstaande het nu vast is, dat God is bedoeld, wordt hier verklaard, dat die woorden op
betwistbaar alleen in
dciv
crsu
102
;
den Christus moeten geappliceerd. Eindelijk fihfjLXTi Toïi
Kxc
op Rom. 14
wij
letten
:
10 en 11
ykypxxTxc yxp' ^w
\pca-Tsj.
'^y^i
TTxa-x yXhi<rcrx k^o/u.oXoyy;(TtTxi tCj 0c'^.
ook
in Phil.
2
:
naam boven
allen
den
Zoon
oordeel
12 worden
11 en
is
terwijl
wordt,
staat
dit
er
zijn
uit Jes.
is
het
ook geenszins
Hij
45 23, en
verkreeg een
twijfelachtig of het
overgegeven, het „wij zullen allen geopenbaard worden
alles geldt
nu
7rxpx(TTn(TbiJ.i^x rC^
Y^iiptoq^zTi ïfx.oiy.xfji.'^s.i'ra.vyóvu
De woorden
voor den rechterstoel van „Christus" staat vast
En
Uxvrtq yxp
op Christus toegepast.
zij
naam. Bovendien
:
^'•ïV^'
in
vers
van den Christus, 11,
in
geheel het Nieuwe Testament.
terwijl alle knie
dat „alle tong
God
Hem
gebogen
belijden" zal; aan
God
wordt dus hetzelfde toegeschreven, en derhalve dat „God" met name op den Christus overgedragen. c.
In
de derde categorie moeten wij de aandacht vestigen op
dat aan
dit subiect
dit verschijnsel
werkingen worden toegeschreven die geen creatuurlijke
maar Goddelijke werkingen subiect mogen worden gedacht. Te dien einde wijzen wij op
zijn,
werkingen
die alleen in een Goddelijk
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's