Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 431
college-dictaat van een der studenten
;
§
hier dus tegen het
Evenzoo
door de
meer
geen vloed 6
18
:
nu
de
„En
Ik richt
wateren
zijn
het
is
om
zal
Mijn verbond op met u dat niet meer
vloeds zal worden uitgeroeid
des
de aarde
te
verderven".
9
hfdst.
houdt
van
instelling
het
den
ook tevens een
recht
tegenstelling tusschen vóór en na den vloed,
van
gedichtsel
over
cessat 's
Er
effectus.
menschen
gedichtsel
het
van
's
en dat er als in
Bepaalt het verbond
Neen, want blijkens het
?
goed
zedelijk
omnes
contra
wezen, die krachtens goddelijke opdracht causa
bij
;
zoowel
in.
We
vinden
magistraat, die het ius vitae ac necis ontvangt
omnium
anders zou het een bellum
Cessante
Hier,
verbond dus een bonum externum.
uitwendige, of komt er meer
het
tot
van
begin
daar
9:11:
hfdst.
vleesch
zich
hebben we
verdervende oordeel, dat uitgesproken v/ordt, een afwerend
waarin de bescherming wordt toegezegd tegen een vijandige macht.
besluit,
hfdst.
37
Blijkens het verband met het voorafgaande „maar"
door „maar".
alle
Idea toederis in Sacra Scriptura.
2.
hart zal niet
menschen
bewijs, hoe geheel verdorven de
is.
Hier
spreekt.
vloed
mag men
dus een
is
weer zóó erg worden.
Zal niet
meer komen, want het
weer zoo boos
hart
mensch
't
geen
zal
Er moet een autoriteit
zijn.
zijn.
niet
Die woorden
aanhalen
een
als
Ze slaan op den toestand van de
Toen was al het gerechtige menschen dachten, bedoelden of beoogden was enkel boosverbond met Noach echter ligt de waarborg, dat die toestand
verwildering der menschheid vlak vóór den vloed. er
Al wat de
uit.
heid.
het
In
weer terug
niet
gemeene liefelijk
de
gratie zal er altoos
en wel
is
van
is
biedt.
De tweede Genesis 17
Hoewel
zijn.
die toestand zal zijn machtigen steun vinden door
hooger menschelijken
levensstandaard,
't
Is
dus
volstrekt
Bij
het
God in Zijn verbond bonum externum komt ook een bonum internum.
maal, dat de Schrift van verbondssluiting melding maakt,
is
in
7.
:
dit
Kanaan
hij
En
algemeen
de watervloed, maar ook de zonde, waartegen
niet alleen
waarborg
luidt.
Door de werking der een goede kern overblijven, die hoog houdt wat zal niet
van den magistraat, die de wildheid der menschen bedwingt en
instelling
oorzaak
Er kan nog wel veel ellende, veel ongeloof, veel
zal keeren.
komen, maar het
verdierlijking
verbond, blijkens de
tot
een
in vs. 8 gegeven belofte aan Abraham, dat eeuwig (door geen termijn bepaalde) bezitting zal ont-
vangen, en blijkens de belofte ook
in
vs. 6, n.1.
van vruchtbaarheid en konink-
we God de Almach-
nakomelingschap, wel degelijk ook een bonum externum bevat, zien
lijke
toch, dat het gepaard gaat
met een bonum internum
:
„Ik
ben
Wandel voor Mijn aangezicht en wees oprecht" (vs. 1). „Om u te zijn God en uw zaad na u" (vs. 7). „En wees een zegen" (hfdst. 12:2). Zoowel bij Noach als bij Abraham is dus de inkleeding die van een bonum externum, maar het bonum internum schijnt er doorheen.
tige tot
!
een
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's