Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 170

Locus DE Providentia.

170

Maar God

de duisternis, het kwade." waar,

schep ook

de

kwaad.

het

Ik

goed en woorden, bezigd

Al

God,

Ik,

geschapene,

schep

niet

is

en duisternis, Ik,

God,

zijn tegenstellingen."

Alle

Hebreeuwsch „voortbrengen" beteekenend, worden

het

in

„Dat

:

licht

ze,

volgt in de resumptie, breng

geschapene met de beide termen van

voort, al het

Woord

zelf zegt in Zijn

duisternis.

hier ge-

N-)3, -\r>^ ntfy.

:

Dezelfde gedachte

waarvan de Heere

vindt ge

Nemen we deze zelfde we een analogie, die het

6

:

Evenzoo

?

is

een kwaad

er

Is

:

in

Klaagl. 3

de stad,

tegenstelling eens

op aesthetisch gebied, dan is

en

leelijk

even

is

krijgen

denken.

in te

absoluut

de menschelijke

in

De

de tegenstelling van heilig en onheilig.

als

in

38.

:

der moeite waard

schoon

voor

Het gevoel

natuur gegeven

Amos 3

in

de nuv

niet

menschelijke

natuur staat te hooger, naarmate die categorie meer tot haar recht komt. Zie nu in de schepping rond. Vindt ge daar alleen het

moet toestemmen, dat

we op

dan

is

de kapel schoon

als

dieren

zijn

ze wel altoos zoo

We

nemen

er

van

niet

leelijk

zelf gekomen geweest?

waarschijnlijk

als

hiermee nu het

ook

want

Indien

er

gegeven

in

het leelijke

Het

zijn in

gegeven de

:

bestaat

dus

in

possibiliteit

de

voor het

buiten

af

is,

Neen immers, voort naar de vormen van wat

Gods

gesloten ?

het type

:

blijft.

dan kan het product

natuur.

bij

niet zijn uit-

vorm van

dat

deterioreering

tot

nu

is

het

zoo,

Ook

de

niet laat

monistische

we

leelijke

moet door God in

het schoone

conclusie,

dat

ook op het

denken, dat het weerzinwekkende van is

de

leelijke de in — verkeerde

dat

het

Eo ipso was dus

leelijke.

ingedrongen. Evenals de zonde

energie, zoo het

behouden

het schoone, dat Hij schiep.

van het schoone zich

Staat

voor dergelijke

Paradijs

de vorm van het oorspronkelijke komt

Zoo komen we dus weer

lijke

ze niet gedeformeerd,

het oorspronkelijke de aanleg voor den

gebied

is

men zeggen,

Ja, zal

uit.

leelijke

gedacht

is

in

zijn

:

het

in

het leelijke

blijft

dus deterioreering geweest

gekomen, dan omdat product

komt

De grondvorm

is.

leelijk

Er heeft dus deterioreering plaats gehad.

buiten de schepping

deterioreering

bij

geschapen

leelijke

maar

;

dat

aan,

wanstaltige figuren geen plaats was. Is

Nemen

voor ons de pop zoo

is

geschapen?

niet die leelijke dieren

die

zijn

objecten

En komen

is.

God ook

Heeft nu

leelijke

ontbreekt.

ons widerwartig aandoet.

er iets, dat

pop en kapel, dan

wij de tegenstelling tusschen

vorm

wanstaltigs, zelfs de

iets

is

ongedierte,

het

onder de insecten, vogels, roofdieren

er

een neushoorn

In

zijn.

schoone? Neen, ge

óf het dualisme

+

in

minus verkeerde godde-

krachten van het schoone.

moeten aannemen en daarmee

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen