Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 9

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 9

college-dictaat van een der studenten

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

Inhoudsopgave.

De waarde en de

II.

ix

97

beteekenis dezer bewijzen.

101

Resumptie der paragraaf.

III.

§

102

Notiones falsae.

4.

De zijwegen, waarin de mensch verloopt, wanneer God hem loslaat. De Sensus divinitatis leidt in normalen toestand tot h. monotheïsme.

I.

II.

c.

d.

waarvan

b.

De sensus div.

A.

De De

stelt

;

;

De normale B.

wij de

constantheid

gebroken

toestand

sens. div. niet vernietigd,

maar

Gods

1.

De

dier synthese zijn:

107

door de zonde.

de belijdenis van één eenig God,

2.

gevoelen.

altijd

troebel, onhelder

synthese, die uit de werlcing

Termen

IV.

104

een „ik" tegenover ons eigen ik, dat ons aangrijpt en daarom hooger is dan het onze dat in ons wezen geheel en al indringt en ons het besef geeft van beoordeeld te worden dus een almachtig tn rechterlijk „ik",

a.

III.

103

geworden

den zondaar. 107

in

ons en buiten ons concludeert tot verbroken voor den zondaar. 108

in

is

immanentie en transcendentie.

Immanentie en transcendentie in het O. en N. T. 109 transcendentie is niet extramundaan. 111

De

deviatiën dezer twee termen

(Vervaisciiing van de notio Dei)

naar de idee:

112

A. De imm,, uit haar verband gerukt, leidt tot pantheïsme u. h. „ „ deïsme. 114 „ „

B.Detransc,

;

(Principieele loochening V. God) C.

1.

materialisme, 116;

2.

3.

A. In '

al

12

Atheïsme; 116 diaboüsme. 117

Het proces der historie

V.

1

,

119

de vormen van het polytheïsme de tegenstelling: Weltbejahung en Weltverneinung. 119

B. (Vervaiaching van de noiio Dei) a. c.

C. a. Het polytheïsme

is

Animisme;

b.

fetischisme

natuurgodsdiensten;

geen doorgang

d.

staatsmacht. 120

monotheïsme.

tot het

121

Oorsprong van het polytheïsme. D. Deze verschijnselen tegenwoordig. 122 b.

[PractiSCh ontwikkelt

zich uit de pnncipieele loochening van God alle ICVCH

102

der goddeloosheid.]

HOOFDDEEL

II.

HET WEZEN GODS. §

5.

Het

I.

A.

De essentia

wezen

124

Dei.

Gods kan Redenen waarom niet.

B. Volgens de

*)

niet

gedefinieerd

125

Rem. dan ook ongeoorloofd

C. Versciiillende opvattingen over het

te

spreken van het „wezen" Gods. 128

„wezen" Gods op

E. Gevaar van pantheïsme en Pelagianisme. 134 Zie de noot op pag.

philosophisch, 129

op godgeleerd

D.

*)

7.

125

worden.

terrein. 131

Dit artikel werd u aangeboden door: Vrije Universiteit Amsterdam

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's

Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 9

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910

Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's