Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 501
college-dictaat van een der studenten
Hfdst.
Het Bewijs voor de
II.
over
(Zie
de
ad intra en ad extra Loc. de Creat. pag.
opera
werk van den Heiligen Geest, van
paald wordt of
zekere
I
pluraliteit,
bespeuren
iets te
ternaar
Den
Dl.
is
vinden wij eerst
geschiedenis van Abraham,
pagg. 13
—
3—5
nu
;
zijn wij
en het
19).
d,
w.
z.
zonder dat echter die
nader be-
pluraliteit
van een ternaar.
in
Gen. 18
:
1
en
vv.
Wij
zijn
hier in de
de geschiedenis van de Schepping en die
der 2^^ verordening over deze wereld onder het Noachietisch verbond
loopen
67
hebben ingezien, zagen wij dus gedurig datzelfde
die plaatsen die wij
In al
verschijnsel
Heilige Ürieëenheid uit de Openbaring.
dus op het terrein der bijzondere genade.
is
afge-
Hier liggen de
Toledooth van de bijzondere Openbaring, waardoor de Heere het optreden van Zijn
volk
Openbaring, in,
nen
want in
voorbereidt, en nu hebben wij op dit terrein ook weer eene
Israël
in
op
die
zekere
pluriformiteit
Abraham van
vers 3 spreekt
wijst,
"T'ryn
;
maar nu komt de ternaar hij
spreekt dus de drie
er
man-
enkelvoud aan.
't
[Een enkel woord ter toelichting dezer geschiedenis is niet overbodig. Hoe dit alles te verstaan ? Er staat toch, dat er drie mannen waren, en uit de wijze waarop Abraham hen ontvangt, krijgt men den indruk dat het
hebben we
menschen waren te
slachten
stellen,
want dat
is jegens hen gastvrij, en beveelt voor hen een kalf zouden eten. Hoe hebben we ons dat alles nu voor te met eene zaak extra ordinem rerum te doen hebben, is
hij
;
opdat
zij
wij
duidelijk.
God
heeft op deze wereld Zijne menschen, en wil aan hen Zijne
nu
God
Openbaring
aan een bepaalden man, dien Hij daartoe uitverkoor, aan Abraham, opdat door hem die Openbaring weer aan het menschelijk geslacht zou komen. geven,
en
doet
dit
Maar nu moet men zich de vraag stellen zondige menschen openbaren?" Voor
:
„op wat wijze kan
God
zich aan
Openbaring bestaan groote moeilijkheden, en allereerst deze, dat en niet uitwendig aan de menschen verschijnen kan; alleen waar een onzondige toestand bestaat, is de mensch rijk genoeg om die geestelijke Openbaring te vatten maar in gevallen toestand is er geestelijke stompzinnigheid bij den mensch ingetreden, zoodat hij geene geestelijke gemeenschap met God kan hebben, en slechts door voorbereiding de bevatting voor het geestelijke in zich kan opnemen. Daaruit volgt dat, als dat Eeuwige Wezen zich toch wil openbaren, er geen andere weg bestaat dan deze, dal God tot de menschen zich neerbuigt, tot hen afdaalt, evenals wij doen bij de negers, als we teekens maken om onze meening te doen begrijpen, omdat wij niet op de hoogte van hunne gedachten zijn op die wijze handelt ook God de Heere als Hij wil verschijnen aan de
God
die
geest
is,
:
;
31
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's