Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 514
college-dictaat van een der studenten
LOCUS DE FOEDERE.
120
en
in
den omgang der geloovigen
de natuur gedacht
Dan
leidt.
de gewone tegenstelling deze:
is
het leven, zooals dat uit de schepping na den val
is
genade,
buiten
en
overgebleven,
is
daartegenover staat dan een eigen leven van de
van Christus, dat voortvloeit
kerk
doen met een onderscheiding van natuur
te
en genade, die op een dwaalspoor
Zoo wordt dan de genade van de gemeene gratie
de genade.
uit
uitsluitend opgevat als particulier, en het geheele veld
de natuur gerekend. Die voorstelling nu
tot
schen
val de natuur
de
is,
van den mensch
geschonden
niet
in
zonde de
originalis
iustitia
Rome,
dat
natuur
ongeschonden.
zelf vergiftigd tenis, lijke
dat
Nu
dan
is,
is
krans van den
Maar
leert
men
bij
men nu
gegaan.
Leert
boom
afgenomen, dan
is
den val
echter als
de
blijft
genade
ligt,
Rome
tot
de erken-
eenvoudig het natuur-
zonder bloemkrans.
is
Voor een
gratia
is
ook
ze
doorgedrongen. Die tegenstelling heerscht de wedergeboorte
niet uit te
erkennen beiden, dat
de Gereformeerden, dat de bloem
als
particuliere
van natuur en genade over, en zoo
er
leert,
een bloem
De Roomschen daaren-
de natuur geschonden. Zoo komt
is
wat buiten de
alles
loor
te
;
De natuur is wel verzwakt, maar integra communis is geen plaats. Onze vaderen nu, de consequentie van hun belijdenis nog niet voelend, namen de zegswijze
leven
gebleven. volle
een
slechts
er
evenwel
opgehangen. De Gereformeerde opvatting
is
Roomsche mechanisch.
organisch, de
door den
alleen datgene er van
belijdenis
ontloken aan den natuurlijken stam van het leven.
tegen zeggen, dat ze aan het leven is
maar
is,
De Gereformeerde
behoort tot de natuur van den mensch
originalis
iustitia
naturalia kent de
gratie niet. Zij leidt tot de voorstelling, dat
wat praeter naturam was.
afviel,
dat
gemeene
der
belijdenis
Room-
een nawerking van den
is
De Roomsche dogmatiek met haar pura
invloed.
dien
gekomen,
opzichte
maar
in
wordt
is,
de laatste
gewoonlijk
is
in
in
onze Gereformeerde literatuur
onze kringen thans nog.
eigenlijk tot
de natuur gerekend.
Al
wat
Wel
is
twintig jaren van lieverlee een kentering
nog altoos de oude
het toch
tegenstelling, die
gemaakt wordt.
We
moeten dus
in
de eerste plaats nagaan, wat
woord natuur beteekent. In het Nieuwe Testament vinden we
in
de Heilige Schrift het
woord natuur en
het
natuurlijk gebe-
zigd ter weergeving van twee verschillende Grieksche woorden,
„Deze
n.1. (pixnr.oq
de wijsheid
^^jy^iY.bq.
Als onze overzetting
in
Jacobus 3
die van
boven afkomt, maar
is
aardsch, natuurlijk, duivelsch", staat er
Grieksch: Oin
\rrriv xZtyi
Zoo ook Judas
:
19.
-f]
rofix
:
15 heeft
is
in
en
niet,
het
'iv'ji^tv KXTipysjifiiirf],kKX^ Ï7riyiioq,'\>uy^tK/),^xifMOvi(3i^r]i:.
Hollandsch: „Deze
zijn
^\j-^LY.oi,Wvd>fjiy.fjL\ly^ovTtq.
Evenccns
zelven afscheiden,
het, die zich
natuurlijke menschen, den Geest niet hebbende." }fiopiC,ovTiq,
:
1
Grieksch Cor. 2
:
:
O-jtoï
14a,
~J<tvj
zi
'j-ttz-
Hollandsch: „De
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's