Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 597
college-dictaat van een der studenten
Hoofdstuk De
De
III.
drie
Personen enz.
uitverkiezing werd nu
bij
B.
De
163
tweede Persoon.
hem Determinisme, een
philosophisch
stelsel,
wat onze vaderen leerden, en anderzijds liet hij de autoriteit der Heilige Schrift gelden, maar exegetiseerde er uit weg wat hem in den van
plaats
in
weg
stond.
Dat was de gewone methode, die deze richting in heel Europa toepaste, en dat duurde totdat Scholten zelf omging en een boek schreef waarin hij de echtheid van het Johannes-Evangelie met kracht bestreed. Toen maakte die richting zich los van de Heilige Schrift, dit ging verder voort onder Rauwenhoff totdat men eindelijk er niets meer om gaf, en zei het behoeft en Kuenen ons religieus gevoel niet te stuiten, als wij zeggen „Jezus zag verkeerd en :
;
:
vergiste zich."
Toen was men dus
geworden van de Heilige Schrift, en wat is nu het zoodra men eenmaal op het standpunt gekomen is om of de Heilige Schrift het zegt, daaraan storen wij ons niet, men te zeggen erkennen ging, dat het wèl in de Heilige Schrift stond, en dat, wat men vroeger had weggecijferd, berustte op dogmatische exegese. Leest men nu hunne commentaren, dan vindt men daar volmondig en gulweg erkend: de Orthodoxen hebben gelijk, en dit zeggen is het gevolg hiervan, dat de Heilige Schrift hun niet meer autoriteit is. Nu geven zij obiectief weer wat er staat, en daarom hebben wij het recht te zeggen dat de tegenverschijnsel ?
vrij
Dit, dat,
:
spraak,
die
van Modernen kant kwam, voortsproot
uit
moedwillige blindheid
of geestelijke beperktheid, die niet zien kan.]
men
Vraagt Heilige
Schrift,
gaat niet
;
v^elke
nu,
dan
is
methode dan
ons antwoord
de beste wijze
is
deze, dat
:
is
20.
hoe het
Naam Gods;
van de applicatie van die uitspraken
Oude Testament, waarin de naam Jehova genoemd hoe
3.
40.
het
staat
ten
het onderzoek uit de
de geheele Heilige Schrift doorlezen,
hoe het staat met het gebruik van den
alleen
bij
men achtereenvolgens onderzoekt
10.
staat ten opzichte
volgen
te
opzichte
van
de
uit
het
is
bovencreatuurlijke
werkingen, die
Gode toegekend worden, en hoe het staat met die rechten, die Gode alleen toekomen
en op die wijze zorgvuldig te onderzoeken, of die dingen, die aan geen mensch kunnen toekomen, in de Heilige Schrift al dan niet aan Christus worden toegekend. .
Daardoor alleen
kan
het
bewijs
geleverd,
dat de Heilige Schrift ons den
Christus zóó voorstelt.
Het gebruik van den Naam Gods. moet al aanstonds worden opgemerkt, dat naam van God voor den Middelaar uiterst zeldzaam is a.
Hierbij
iets
wat zich daaruit verklaren
Iaat,
dat daar,
het in
gebruik
van den
de Heilige Schrift,
waar de Differenzirung beleden 37
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's