Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 72
college-dictaat van een der studenten
LOCUS DE PROVIDENTIA.
72
Psalm 29 daar wordt de mn^ het
die
kracht,
wordt
tWtv ^'P en nu
zou
stem
als
men aan den donder
het lezen denkt
Bij
er gezegd, dat, indien
een
die het
God
de veldheer ware,
ver-
men gehoorzaamt en
tusschenschakel, het woord, waaraan
De
men geen
Zijn spreken zou daarin bestaan, dat de vijand
maar
hooren,
werd.
slagen
de stem Gods overal voorgesteld
dat staat er niet, die wordt hier geïntroduceerd door het beeld van
Maar
doet.
doet.
zelf
^1p,
door welke gehoorzaamheid dan de dingen ontstaan, hebben we bij God weg denken. „God sprak" van Gen. I hebben we niet op te vatten, dat men, in-
ware geweest, een stem zou hooren maar dat Zijn spreken was het scheppen. Zijn spreken het komen der dingen. Dit kunnen we op de volgende wijze duidelijk maken: de muziek bestaat niet in de noten of balken maar deze zijn tusschenschakels om de gedachten van den componist door
men
dien
er
bij
herinneringsteekens
De
noodig.
God nu
reproduceeren.
te
componist voelt
de muziek
de noten en balken niet noodig,
uit zijn
komen,
heeft daartoe
deze slechts schakels
wijl
noten en balken
geen
heeft ziel
om
ducent en speler, door welke de componist den speler beveelt als
len,
daardoor
en
klanken
in
en deze gehoorzaamt dan.
wil
hij
tusschenschakels noodig
de
is
realiteit Zijn
;
bij
God
anthropomorph.
louter
zoo
te
spe-
ons moet er eerst een woord
Bij
komen
realiseering
deze
dan het realiseeren
niets anders Hij in
;
ook
tusschen pro-
zijn
van Zijn gedachten. Als
gedachten zichtbaar voor
zich.
heeft geen
Hij
niet. ;
Gods
het spreken
God
is
schept, poneert
Daarom
het scheppen
is
spreken Gods.
Zoo
30
Jes.
:
worden,
slagen
de stem des Meeren zal Assur
31.
Want door
die
met de roede
morzel ge-
te
God
sloeg. Er staat niet, dat
het bevel zal
geven voor een ander, maar de beteekenis hier is dezelfde als in Psalm 29. 6. Daar zal eene stem eens grootcn rnmoers uit de stad zijn, eene Jes. 66 :
stem
den
uit
vergeldt. Die
ken
dan
en
in klanken,
Jes.
9
;
55
:
11
is
dus een
doen, maar het doen in
daden
De Meere
maar: God heeft
Jes.
de stem des Meeren, die Zijnen vijanden de verdienste
;
feitelijke kracht
zelf is het
niet eerst
;
spreken
:
God
heeft een :
woord gezonden
God
in
Jacob, en het
Ms gedaan, is een
werk begonnen
Alzoo zal Mijn Woord, dat
maar
uit
te
Mijnen
doen
mond
in
is,
om
te vatten als
Israël.
óok
zijn
:
het zal doen hetgeen, dat Mij be-
deze plaatsen, omdat een intellectualistische prediking er op deze teksten op
gezon-
Jacob en
uitgaat,
haagt, en het zal voorspoedig zijn in hetgeen, waartoe Ik het zende. al
gevallen
is
heeft een Profeet of een Profetie
het zal niet ledig tot Mij wederkeeren,
op
een spre-
spreekt niet
daarin, dat Hij doet.
Dit wil niet zeggen
in Israël.
den
een
maar 7.
'.
Tempel,
stem des Heeren
We wijzen uit
geweest
gaande over een ^f?spro^e/z woord. Sneeuw
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's