Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 572
college-dictaat van een der studenten
Locus DE Christo (Pars Prima).
24
van Christus spreken voor
er zijn echter teksten die
menschwording, dus
zijne
het uitgemaakt, dat Christus een voorbestaan had."
is
Deze quaestie niets,
schijnbaar
is
men deed
mee.
er niets
kan een
woon mensch, om aan
opgevat
oisif
het gaf
;
worden voor de Arianen,
strijd
Hem
Godheid ontkennen willen en
Christus'
maar werd
interessant, Zij
die
toch voorstellen als een buitenge-
wat geen mensch bezat en
te toonen, dat Hij iets had,
dus bovenmenschelijk was.
Maar
die
wij,
dat Christus
belijden,
is
de Immanuel,
God geopenbaard
het vleesch, hebben aan deze quaestie, aldus opgevat, niets; voor ons
Godheid reeds de
want
niets,
zij
De 't
volgt
niet
omdat
God wordt genoemd,
Christus, en dat
is
Hij
eeuwig
is,
in
welken
zin heeft het
Maar
Waarbij moeten wij
is
Hij
Hem
terwijl reeds
uit
dat voorbestaan tot
Christus eenmaal God, dan
is
wezen de
uit het
God, maar omdat
God
Hij
qualiteit.
Niet
Hij eeuwig.
is
is,
voorbestaan van Christus dan wel beteekenis ?
voorafbestaan
zijn
Niet wanneer wij over
in,
volgt dat Christus eeuwig was.
Want
onzin.
de qualiteit het wezen, maar
uit
deze bewijzen geven ons
Groningers concludeerden
en
Supranaturalisten
wezen van
al
wel een voorbestaan, maar geen eeuwigheid
Christus
uit het feit, dat
En
virtus aeternitatis opgesloten.
sluiten
in
ligt in zijne
spreken
aantoonen?
uit
de H.
als
den tweeden persoon
S.
in
de H. Drie-
De Zone Gods is niet pas bij Bethlehem de Messias geworden, maar Hij was het van eeuwigheid af. Hij werd niet Zaligmaker, Koning en Hoofd zijner Kerk in den loop der eeuwen, maar was het eenheid,
maar
Middelaar.
als
vóór den loop der eeuwen, en
uit zijn zijn
liet
van den Messias den loop der
eeuwen voortkomen. Heb ik dit ingezien, dan wordt mijn blik op de geschiedenis geheel anders, dan is Christus' komen niet een tusschenbeide treden tusschen Israël en het Nieuwe Testament, maar dan ligt Hij reeds verre achter Israël en is alle rijkdom van openbaring
Dan voller
is
en
is
haastelijk",
lijken,
maar
:
het
eens
Daarom waarmee
„laat
gaat, tot Gij in niet
tot
mechanisch
volkomen als
is
niet
vleesch
het
;
al
Hem
maar
maar
bidden
bedoeld
zij
vleesch
altijd
„Het komen van
Kerke
der
„Kom Heere
:
een komen tot ons,
is
Jezus, ja
om ons te
verheer-
het Paradijs en dat steeds door-
in
heerlijkheid verschijnen zult, zich verhaasten."
alle
wij
dan
zien zal.
smacht
Hem
De
Dus
bruid wenscht niet af te breken
er naar
Hem
te zien
komen
in zijne
zien zal.
hiermede, als met een scheepje, dat heel
zijn geheel,
;
gezien wordt in het vleesch en duurt deze
het een klein stipje en zien wij alleen het witte in
Hem. komt in de wereld
uit
half
een Deus ex machina.
werk van den held is
eerst
uw komen, begonnen
volkomenheid, zoodat
Het
alle
geschiedenis
Hij
voor de geheele geschiedenis slechts één doel.
er
Christus Jezus."
kom
dat
tot Hij eindelijk
voller,
Openbaring voort
Zoo
in Israëls
de Openbaring,
kunnen het nog
niet
uit
zeil,
de verte nadert
toch
is
onderscheiden.
nader en nader, het wordt steeds meer zichtbaar
;
;
eerst
is
het scheepje er reeds
men kan
Maar
het
komt
reeds zien welk
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's