Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 392
college-dictaat van een der studenten
Locus DE Peccato.
142
weten
Wij
mensch aan
—
keuze Het
sequitur semper dictamen intellectus.
voluntas
:
^
of neen
ja
en
keuze hangt
die
practicum hangt daarvan
judicium
Hoe komt een
Als een zaak ons voorgezet
dictamen intellectus?
't
't
komt de
is,
judicium practicum.
de consequentie van een voor-
of
af,
van
af
gestelde daad, zooals wij die zien, arrideat personae nostrae sive repudiat.
Wat
gelukkig maakt,
mij
noem
„bonum"
het judicium practicum een
ik in
en dat judicium practicum sequitur voluntas. Alles hangt dus af van den toestand van ons ik
ons
de natuur
paradijs ik,
dat,
malum mutatur en wel
ik in
het
verdorven
alleen
ik
judicium practicum de zonde als
het
het
in
is,
kiest
in
onze
God
tegenover
en
zondigen wij eenmaal,
zoo, dat de zonde altijd
ons wordt.
in
Waar dus aan moet
Adam
als
de eigenaardigheid van ons
van ons
zelf
machtiger
neutraal,
dit is
ik
onaangedaan door de zonde, dan waren wij
ik
nog even
Maar
Satan.
ons
Bleef
ik.
voluntas
naargelang ons
;
doende ook het dictamen
malum aangenaam kan zijn, bonum aanbevelen en wordt dushet
door de gesteldheid, waarin ons
intellectus bepaald
ik verkeert. In
Jezus
Satan
In
is
lacht en
zondige gesteldheid
geen
is
hij
dus
goeds en
Daarin
maar
feitelijk
goede
of
het
meer? Ja, beneden, maar richting
zijn
hij
zijn ik,
kiest
om
zijn
eigen wensch
wenscht, begeert nooit
aldus naar die begeerte en
wilsrad over.
zeer zeker. is
edoch
de
het
In
weg nu einde van
van den geheelen weg
altijd vr/y schijnt,
de berglanden loopen de wegen
niet steil
die zigzags
al is
is,
dat
men beneden komt; de
dalende.
een goeden aandrang
in staat tot burgerlijk
geen stap dichter
hem aan
het
bij
het hoogste
in
zich heeft, daar
en
en zedelijk goed; maar met
goed
vermogen ten eenenmale.
burgerlijk
naar
eens hellend, dan weer een eindje naar boven
is dit
danken aan de communis gratia en de overgebleven rudera. De mensch
door nog wel
toe-
vragen, heeft de mensch dan geen edele, goede begeer-
men
Waar de mensch soms te
Terwijl Jezus
willen,
hem
heeft.
zal
ten
loopend,
ook het goede
slaafsch is, omdat onze persoon niet op eenig oogenblik het kwade kan begeeren maar secundum naturam suam slechts één
wenschen
Maar, zoo
hij
opgesloten, dat voor ons zelf het arbitrium
dit
ligt
kwaads; en
iets
altijd
brengt die keuze op
soort
God kiest. God koos.
zondaar, door de zondige gesteldheid van
Üe iets
—
tegen
altijd
bevredigen altoos voor
te
dus moet
;
het ik „grundverdorben" en dat maakt, dat het onheilige
;
De
en
om
alleen
daar-
dat alles is hij
nog
zulk een stap te doen ontbreekt
rijk was hij niet was de gemeenschap tusschen hem
rijke
zedelijk goed, en toch
is
jongeling! hoe
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 1028 Pagina's