Dicaten dogmatiek. Locus de Deo - pagina 651
college-dictaat van een der studenten
Hoofdstuk Omdat zy'ji
Zoon"
;
Hij alleen
:
aan
bepaalden
een
daarom wordt
Ook
:
tijd
genoemd
die
Hem
van
er
kon Middelaar
Hij
U
Ik
zeggen
gegenereerd"
en daarom
zijn,
lezen wij van een Koning, die heerschen zal
1
Koning wordt gezegd
wordt
kan
rn^n,
217
Persoon.
is
Hij
uit-
heerlijkheid.
in
Micha 5
niet
De Tweede
B.
verband tusschen het „Heden heb
wij het
mijn
zijt
gebracht
dien
Personen enz.
zonder verleden en zonder toekomst.
dfMl,
In
drie
van den Vader het woord ontvangt ^'Prh]
Hij
Zoo verstaan en „Gij
De
III.
nVii;
Daar
ij:!?; vnSïTO.
'?3^J3
en van
een uitgang, die
is
maar een eeuwig karakter draagt: „van ouds, van de dagen der eeuwigheid", en
verbonden :
gezegd dat
is,
Hij heeft
meerdere uitgangen, er staat nlSïlD.
Psalm 2
strookt weer geheel met de opvatting van
dit
in Israël,
:
7.
de ge-
In
maar éen uitgang, maar de Zone Gods heeft ook als Middelaar een en nu wordt er gezegd dat die beide de Constitutio Mediatoris uitgangen eeuwig zijn, hetgeen niet gezegd kan worden van een aardsch koning, wiens vader en moeder bekend zijn, maar alleen kan gelden van den
boorte
is
uitgang
in
;
Messias,
die
geboorte
uit
eeuwige uitgangen
de
God
als zijne
heeft,
eeuwige aanstelling
De conclusie, waartoe ons onderzoek zoo
de
uitlegging van
zoowel wat
Micha 5
:
1,
is
als
dat,
waar
naar Psalm 2
Het leerstuk
zelf
der
praegnanten
die
uit
Zoon
7 leidde en even-
:
die
twee Schriftuur-
niet
is
vast te stellen,
van elders die generatie vaststaat, de diepere ondergrond van
die beide Schriftuurplaatsen metterdaad die
in
eeuwige
Middelaar.
dus deze, dat
plaatsen op zichzelf de eeuwige generatie van den
maar
betreft zijne
eeuwige generatie
zin
waarin
dit
als
eeuwige generatie aangeeft en
op den naam van Zone Gods,
rust 't'Sts^
stelt.
nlóc,
nlóc,
(xovoyv/r,!;
o
i>lzu
etc.
telkens wordt uitgedrukt in de Heilige Schrift.
Daar nu de
--jIoc
parallel loopt
met den
en de
TcxTr^p.,
Tcxrl^p
evenzeer
in
praegnanten zin in de Heilige Schrift staat, ontstaat er eene relatie van
Zoon,
en
eene
relatie
die
niet
overdrachtelijk
en zoon onder de menschen, maar die teit
moet
Die die
den
realiteit
Zoon, niet
is
leidt
betuigt
Wezen,
God
naar den naam van vader
archetypisch
is,
en volle
reali-
bezitten.
afloopt,
tegen
in
is
dien
Vader
:
ondenkbaar, tot het
„Ik en
tenzij er is generatie,
en waar nu de generatie,
ontstaan van twee wezens, en de Christus daaren-
de Vader
zijn
een",
is
de generatie
uit
den Vader van
het niet ontstaan van twee wezens maar het blijven van éen bij anders te expliceeren dan door den term „eeuwige generatie".
De grond voor dit leerstuk in de Heilige Schrift is volkomen concludent men doet dus verkeerd, als men zijne kracht zoekt in plaatsen als Psalm
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 948 Pagina's