Dictaten dogmatiek. Locus de Magistratu, Consummatione Saeculi - pagina 17
college-dictaat van een der studenten
Inhoudsopgave. tusschenstaat dient tot het bewaren
De
3.
xvii
v. d, zielen
der reeds gestorvenen,
100
totdat het volledige menschelijke geslacht geheel zal zijn gerealiseerd.
den dag des oordeels krijgen de kinderen Gods
In
het geloof de heerlijkheid naar de werken.
X.
den status intermedius
In
zijn
bij
de gelukzaligheid naar
101
de animae separatae
uit
den geheelen 101
kring van het kosmische leven uitgelicht en
4.
verkeeren zoodoende in een tijdloozen toestand, 102 hebben een ons onbekenden bewustzijnsvorm (de slaap analogie), 106 blijven toch aan eene bepaalde plaats gebonden. Beteekenis van aJyjc in het Nieuwe Testament. 107
5.
De onderscheiden
6.
Zal er wederzien zijn?
7.
De werkzaamheid
1.
2. 3.
I.
II.
III.
§ §
toestand van die in en die buiten Chr. gestorven in
De
conditioneele onsterfelijkheid.
De
115
signis praecursoriis.
De tegenw. oeconomie van eeuw der apostelen de
117,
2.
welke sedert het einde v. d. wonderen verving, is eene pauze, die (hoewel noodzakelijk voor de volmaking van het getal der uitverkorenen) in het groote genadewerk Gods niet meerekent. 118 De onderscheiden beteekenis van de komst van Christus. 120 (237)
3.
De kwestie
geleidelijk proces,
der signa in den loop der kerkgeschiedenis.
130
H. Schrift.
Het parallelisme tusschen de teekenen
6.
en ecclesiae. 7.
124
129
1—4. Overzicht en indeeling v. d. signa praecursoria. 5. Het algemeen karakter der signa praecursoria. 136 in
130,
131,
132
de sphaera physica, mundana
137
De uitwendige teekenen en wonderen
Praedicatio Euangelii toti mundo.
IV.
219
oec. der
De methodologische kwestie. De eschatologische stukken der
III.
110
den status intermedius. 113 v. één lichaam onder één Hoofd blijft in den dood. 114 Den staat der afscheiding tot aan het supremum iudicium stelt de H. S. voor 114 De Geref. grafbeschouwing. 115 als eene rust.
1.
II.
zijn.
112
Het organisch verband
4, 5. 1.
103
in
de natuur.
137
140
conversio generalis Judaeorum geen signum praecursorium. 144 De Joodsche voorstelling v. h. Chiliasme bij de eerste Christengemeenten. 144 De voorstelling v. hen, die, uit reactie tegen de opkomende meer oecumenische
De
V. 1.
2.
3.
4.
opvatting, het Chiliasme op grond v. d. H. S. poogden te handhaven. 145 Tegenover deze concrete opvatting de figuurl. voorstelling v. h. verzwakte Chil. 147 De gronden waarop Augustinus en later de geheele Christelijke kerk het
Chiliasme bestreed. 149 Terugkeer der Chiliastische ideeën in de 19e eeuw. 150 Beoordeeling 6. De roeping v. Abraham uit de oecumenische bedeeling (vanaf Adam) is, blijkens de patriarchale historie, als instrument particularistisch, maar de strekking is universalistisch. 151 7. Bevestigd door Paulus. 152
5.
:
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 804 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 804 Pagina's