Dictaten dogmatiek. Locus de Magistratu, Consummatione Saeculi - pagina 3
college-dictaat van een der studenten
INHOUDSOPGAVE.
LOCUS DE MAGISTRATU. §
1.
Locus huius
loei in
dogtnatices organisme.
aangevende
3
de p r n ei pi ë n, waaruit de rechtsordening en het magistrale bestuur opicomen, 2^ de verhouding tusschen overheid en kerk, is deze locus theologisch, niet juridisch. 4 II. De noodzakelijkheid om hem principieel in de dogmatiek te construeeren. 4 de
Uit
I.
ƒƒ.
S.
De historie van den
1.
i
locus de magistratu.
5
Tijdens het veroveren van een zelfstandige positie in den staat als een indiffe-
beschouwd.
rente quaestie
5
den kerk de overheid wilde uitmaken wat waartegenover haar antithetisch behandeld. (De hiërarchie.) 7 Behoefte aan een meer thetische behandeling eerst gevoeld door Calvijn en de
Toen
bij
heid
ouderlingen
was en wat
Reformatie.
strijd in
niet,
7
Uitgaande evenwel van eene verkeerde verhouding tusschen staat en kerk, door alle Geref. dogmatici ten onrechte beschouwd als onderdeel v. d. locus de regimine ecclesiae.
Wat
daarbuiten
viel,
8
overgelaten aan de philosophie van Aristoteles.
Roomsche theologie
Antithetische behandeling door de
de Anabapt.,
II.
12
12
dezen locus later door de Geref. tegenover de Roomschen, III. Erastus, doch weer slechts antithetisch. 14
Verdere dogmatische ontwikkeling 1.
(Bellarminus).
v.
De plaats van dezen locus is in den locus de de gratia communi en de regno Christi, daar
16
providentia.
civilis haar uitgangspunt vindt in het regimen Dei. (algem. principiën), na de zonde haar naderen vorm erlangt door de algem. genade, (magistrale vorm), ten slotte opgaat in het regimen Christi in regno gloriae
de potestas
(teleologisch)
Als afzonderlijke locus
practisch
17
het best in te schakelen
achter den locus de gratia communi. I.
II.
De De
geheele potestas
civilis
draagt een temporeel karakter,
theologische behandeling
v.
d.
is
accidenteel. 18
locus de magistratu gaat uit van de ver-
houding tusschen gratia communis en specialis. Alleen de Calvinist, theologie is in staat daarvan eene proeve
III.
§
2.
De
gratia
communi.
Hiervoor geen plaats op Method.-soteriologisch standpunt, wel op het theologische der theodicee. 23
te
geven. 19
22 22
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 804 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1910
Abraham Kuyper Collection | 804 Pagina's