Afgeperst - pagina 35

UIT HET VERKEERDE LOKET.

Memorie had willen doen

volledig

de

ceeren

daarom

ontslaan.

afdrukken

ik

raadselachtiger,

Augustus, alzoo nog eerst

poogde

terecht

dan

;

waarop

wijze

te

Ik

geheel

bejegend

werd.

zag,

het

is

handelen

kan,

Wat

hij

niet

te

en

nog op

stuitender wijs,

veel

in zijn

philippica tegen

loochenen

toch

iets

een wijziging

De zaak

in

dat een

Hoe

overkomen

is,

de Gemeentewet

te

te

zóó kan uitdrukken, dit

mij-zelf,

en

dit

kan wie het na wil

slaan, geïllustreerd vinden bij de behandeling in de ik

feit,

beste weten en volkomen

zijn

het zijn Minister in moeite brengt.

dat

de Bijlagen

kunnen qualifiEen bejegening,

zetten een oud-Minister, die een ervaring van

te

voorbij

trouw

zelf

omdat de Minister pas sinds half drie maanden, Minister was, terwijl hij

Departementaal ambtenaar naar goeder

ik schreef, in

men

zal

ruim vier jaren achter zich had. mij

wat

zal

31

Kamer, toen

verdedigen had.

ook zoo doodeenvoudig. Liberaal en Antiwaren sinds de dagen van Fransen v. d. Putte

lag dan

revolutionair

op het stuk van de zending practisch tot gelijke conclusie gekomen, maar elk als conclusie van een eigen principieele redeneering. Toen ik in 1874 voor het eerst in de Tweede Kamer optrad, had de Atjeh-quaestie, die toen juist opkwam, mij met den toenmaligen Minister van Koloniën in nadere aanraking gebracht. Ik meende het ten deele voor hem te moeten opnemen. Dit stelde hij op prijs, en zoo opende zich de gelegenheid, om ook het missionaire vraagstuk te behandelen. Krankheid noopte mij kort daarop het land te verlaten maar in de korte maanden, waarin ik van April 1874 tot November 1875 bij de discussie tegenwoordig was, nam ik toch tienmaal aan de beraadslaging over Koloniën deel, en besprak viermalen het vraagstuk van de zending. Mijn toeleg daarbij was steeds, helder te doen uitkomen, dat wij ten deze niet de leuze der liberalen overnamen, maar reeds lang, eer het liberale stelsel aan de markt kwam, uit eigen beginTen bewijze hiervan selen onze gedragslijn hadden afgebakend. voor Indie, in 1624 Hoornbeek's en Sorge Raet verwees ik naar uitgekomen, en waaruit ik dit stuk van diens program voorlas ;

:

„Voor

alle

wereld vrijen handel openen, matige tollen en belas-

tingen heffen

;

uit

de opbrengst hiervan allereerst een hoogeschool

stichten en voorts alle

vlijt

aanwenden om de inlanders

te

onder-

wijzen, en hun door prediking der Christelijke Religie zoover

doen

brengen,

onderwijzen

dat de inlanders zelve de

konden" (Hand., pag. 127

te

opkomende geslachten

v.v.)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen