In Jezus ontslapen - pagina 129
,,
119
En dan zingt het choor der gezaligden een nieuw lied, op gouden citeren, voor het Lam, zeggende: Gij hebt ons Gode gemaakt tot priesteren en koningen, en wij zullen als koningen heersenen op de aarde.
Heel de eindelooze schepping met haar elementen haar krachten, haar verbijsterende weelde aan Gods uitverkorenen, dan in Christus verlost, onderworpen, dragende het Beeld van ,
God ook
,
in zijn majesteit.
Al wat in hemel of op aarde
is, hersteld in zijn organische eenheid en in zijn oorspronkelijken samenhang onder geestelijke overmacht verbonden. God eeuwiglijk langs tweeërlei weg zichzelven in zijn Schepping verheerlijkend. Eerst onmiddellijk, in zooverre Hij zelf alle dingen draagt door het woord Zijner kracht. Maar dan ook middellijk, door den mensch, door het creatuur met zijn Beeld, en die mensch heel die Schepping beheerschende niet met moeite, maar vanzelf, door zijn geesteen alzoo Gode zijn schepping in dank' en lijke overhoogheid in aanbidding ten offer wijdend. In Christus het alles weer „ bijeenvergaderd", of gelijk er letterlijk staat, weer onder een hoofd organisch in verband gezet. En zoo letterlijk de gezaligden zittende met Christus in zijn troon. Want het is één macht het is één heerschappij de onmiddellijke almachtigheid waarmee God zelf alle dingen draagt, en daarin geweven de middellijke heerschappij in en door de menschen, waardoor heel de schepping Gode ten offerande wordt. ,
,
,
Dat er by de gezaligden ook macht over Satan zal zijn, wordt hiermede niet ontkend doch daarvan is hier geen sprake. Die macht is bedoeld met de macht over de Heidenen of het ;
heidensche wezen.
Dat er ook bij de gezaligden macht van hooger genade van den één over den ander zal zijn, spreekt vanzelf. In elk organisme oefent het fijnere orgaan macht over het zwakkere. Doch ook daarvan is hier geen melding. Die macht ligt uitgesproken in de bijzondere positie der apostelen en van de vier en twintig ouderlingen. Maar die kan hier niet bedoeld zijn overmits de hier bedoelde macht aan alle gezaligden toekomt en die andere juist aan den één over den ander wordt gegeven. Neen, wat dat zitten met Jezus in den troon toezegt, is het Koning zijn met Jezus; en de Schrift zelf legt dit uit als een koning zijn op aarde, een koning zijn over de schepping, een terugkomen van de heerlijkheid van het Paradijs, en die heerlijkheid van het Paradijs tot nog hooger luister opgevoerd. ,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912
Abraham Kuyper Collection | 236 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912
Abraham Kuyper Collection | 236 Pagina's