Zijn uitgang te Jerusalem - pagina 145
133
met zijn
zijn eenzame was, en dan die hondsene mensch, die zielsbenanwdheid nog sarde
hem
in.
XXXV. „IDie baorftügingen ïa^teröen
En
gcim"
die voorbijgingen lasterden hem, schudMatth. 27 39.
dende hunne hoofden.
Toen de
:
duivel, zoo sprak Lukas, de Evangelist, alle verzoeking
in de woestijn voleind had, en niets op Jezus had vermocht, toen weel- li ij van hem voor eenen tijd. Hij is dus teruggekomen, en de Schrift geeft duidelijk te kennen,
dat dit terugkomen van Satan plaats greep, toen Jezus „den drinkbeker" ging drinken. Dit merkt ge het eerst, als Petrus op Jezus' eerste aankondiging van „dien drinkbeker", heftig en vol vuur antwoordt „Heere, dit zal u geenszins geschieden", en Jezus hem terugwijst met het „Satan, ga achter mij". Gre merkt het voorts, als er staat: „toen voer Satan in het hart van Judas". Gre voelt het in dat roerende zeggen van Jezus „De Satan heeft zeer begeerd u te ziften als de tarwe, maar ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude." Rechtstreeks spreekt Jezus zelf het uit als hij zegt „De Overste der wereld komt, maar heeft niets aan mij." Het straalt door in heel de zielbeklem mende worsteling in Grethsémané. Het was voorzegd in het paradijswoord, dat de Satan aan het zaad der vrouw de verzenen zou vermorzelen. Het was voelbaar aan zoo menigen demonischen trek die het lijden van den Man van smarte noodeloos verscherpt heeft. Maar het sterkst, het brutaalst kwam het uit, toen Jezus als machtelooze aan het kruis hing, en toen er op eenmaal een vloed van giftige lastering tegen hem oprees, en de demonische lust zich van de omstanders meester maakte, om den stervenden Jezus opzettelijk te grieven, te kwellen, en te krenken. De ééne Evangelist noemt het „bespotten," een ander „beschimpen," een derde „lasteren," maar het woord doet er niet toe. met den laaghartigen schimplach om den gemeenen mond sarden, tergden, kwelden ze den stervenden Jezus, of ze hem nog, eer hij stierf, :
:
:
zeer
konden doen in
zijn hart.
dat ze scheldtaal bezigen. Dit had bij deze brooddronken schare nog binnen de perken van het menschelijke kunnen blijven. Xeen, maar ze deden na wat Satan zelf in de woestijn gedaan had. Had toen Satan, zijn rekening makende op den honger die Jezus
Niet
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912
Abraham Kuyper Collection | 208 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912
Abraham Kuyper Collection | 208 Pagina's