Afgeperst - pagina 27
UIT HET VERKEERDE LOKET.
zijn
23
moeten signaleeren als dat van „een bestuurswerkzaamheden zich nimmer uitstrek-
ministerieel optreden te
partijgenoot, wiens
buiten de grens der provincie Utrecht. Afgezien van de niet onbelangrijke omstandigheid, dat de heer de Waal Malefijt oogenschijnlijk geen enkelen titel voor oppersten raadsman der Kroon in het bestuur der Koloniën kan aanwijzen, deed hij ook ten
.
.
bekwaamheden of eigenschappen blijken, gemis van bijzondere kennis zouden kunnen vergoeden, zoo niet doen vergeten". Terecht merkte de Nederlander op, dat de Linker Pers „een stormaanval" op den nieuwen titularis had ondernomen, en „op onaangename wijze de geschiktheid van den nieuwen bewindsman in publieke discussie had gebracht". nooit
van
zoodanige
het
als
De redactie maande tot afwachten, en brandmerkte het afkammend pers-oordeel als „voorbarig en oppervlakkig". Van achteren is
deze critiek van de Nederlander op deze perscritiek volkomen
in
het gelijk gesteld
Augustus
;
ieder
1909,
heer de Waal Malefijt zulk een bijna niet te
behandelen
te
wat echter niet belet, dat terugrekenend in voelt, wat harde en spannende dagen de moet doorleefd hebben, toen hij plotseling verwerken stof als de Indische begrooting
kreeg,
Kamer moest, en
toen
die hij
binnen bij
goede maand naar de nog bovendien aan zulk een
één
dit alles
schampere, aan zulk een boosvijandige, aan zulk een laaghartige critiek bloot stond.
Alleen hieruit, verklaarde men het zich dan ook, dat in de Troonrede van 21 September 1909 in de Koloniale paragraaf met geen woord van de Christelijke belangen voor Indie melding geschiedde. In 1908 kon dit niet, omdat toen de positie van het Kabinet nog slechts een voorloopige was. Maar toen in Juni 1909 de stembus gesproken had, en beslister dan ooit voor Rechts had gekozen, had men toch ook voor de Koloniën op een Christelijken toon gehoopt. Men weet, wat de Troonrede in 1901, onder Minister Van Asch van Wijck, te hooren gaf. Daarin las men „Als Christelijke mogendheid is Nederland verplicht, in den Indischen Archipel .... aan de Christelijke zending op vaster voet steun te verleenen." Nu vernam men van 't karakter als „Christelijke mogendheid" noch van de Christelijke zending ook maar een woord. Doch al stelde dit te leur, toch liet het zich verklaren. Het scheen blijkbaar te gewaagd, in een zoo ongun:
•stig
bezwangerde atmosfeer een
voor uitbarsting
zelf in
te
leiden.
niet strikt onvermijdelijk gevaar
Te meer
viel het
daarom
tegen.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912
Abraham Kuyper Collection | 120 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912
Abraham Kuyper Collection | 120 Pagina's