Der Jongelingen sieraad is hun kracht - pagina 18
DER JONGELINGEN SIERAAD
16
ge pas, het eerst als
twintig jaar verder
tien,
heeft
op
't
moet daarom steeds
gesteld,
en weekelijk
was
en sterk
keer gaan.
te
uw
van
gebied
zedelijk
wat de Apostel jubelen,
u
in
is
dit bovenal,
kracht, en
volle krachts-
u liefheeft en zijn hope op
wat mat en
al
Op
elk gebied,
slap,
zwak
maar bovenal Immers
eigen persoonlijk leven.
de Jongelingen die
in
uw
zal
zijn,
Wie
betoon ons kunnen verkwikken. u
uw
voor u nog slechts een oefenen van
is
we
HUN KRACHT.
IS
voor zich zag, deed toe-
hij
dat ze niet alleen sterk naar het lichaam,
het^e/oo/ stonden, maar dat ze persoonlijk en als groep,
in
individueel en allen saam, den Booze metterdaad hadden overwonnen.
Wie
slap
zich
rekent
aanstelt,
maar om u heen,
in
met den Booze
niet.
Luister
den alledaagschen kring van de lieden der
wereld, ze weten van geen Satan, ze gelooven aan geen demonen,
Booze
de
hen
voor
bestaat
niet.
Ze weten van
verleiding, ze
spreken van tekortkoming, ze erkennen een misstap, maar aan een
macht die
geestelijke
looven ze eenvoudig
om
op
't
't
moorden van hun
En
niet.
of in het
ziel
Onze Vader
toelegt,
de bede
al
„verlossing van den Booze" alle andere beden besluit,
met dat woord,
ten
om
lachen
zij
ge-
zij
spot-
zulk dwaas beweren, en Satan
geniet er in dat ze er niets van merken, hoe
hij /zen juist
daardoor
in
Maar zoo was het met de Jongelingen waarin zijn Salomo roemde en waarop Johannes dankend neerzag, allerminst. Op die jonge mannen had Satan 't zeer bijzonder gemacht
heeft.
en zoo was het niet alleen
munt,
maar zoo
is
't
Ook
nog.
weer, hoe Satan die
als
hun Koning roemen durven.
Jongelingen
weet
ouderen
ook
heugt
gelingsjaren,
manier
de
gij
die
richt,
mee
niet
't
juist ziel
de
zijn giftige pijlen zelfs
op den,
in
in
te
uit
de
wordt
dagen onzer Vaderen,
bespeuren nog telkens en telkens
wij
in
in
de eerste plaats
den Messias,
d.i.
in
juist
Christus
Daarvan, mijn jeugdige vrien-
Of wien ook onder ons
spreken. eigen
dagen
verleden, hoe juist in de jon-
der
op
alle
tegen
den
jongelingsschap,
aangevochten,
het
vleesch
geest begeert, de eer der wereld ons ten lokaas wordt, eerzucht in
ons opleeft, dartelheid ons wil medesiepen, en
zucht en winzucht zich van ons meester poogt
komt u dan
eerst in kleine aanvechtingen
blik verdubbelt zich
nabij
is.
de aanval
Maar, en hier
is
;
;
te
tot zelfs
heb-
maken. Dat over-
op een onbewaakt oogen-
en straks voelt ge hoe
't
bezwijken
nu de uitkomst, der Jongelingen sieraad
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1913
Abraham Kuyper Collection | 28 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1913
Abraham Kuyper Collection | 28 Pagina's