Der Jongelingen sieraad is hun kracht - pagina 6

4

DER JONGELINGEN SIERAAD

HUN KRACHT.

IS

Maar deze en wat andere klacht ook, wilgen

opbinden,

en aanbidding

maar die

niet,

jaren

vijftig

wereld

aanheffen, onzen

bij

is

Onder geen volk

ook

;

uw

vorm.

Niet

ze op,

zulk een

is

was

zoo

daarbij

Amerika

zich in

sloeg

zelfs

in

maar de Réveil

Calvinisme,

het

om

haar stengel

ze

verhief

methodistischen wortel

zijn

ter

optreden als

Roomsch-Katholieken

de

bij

Duitschland

in

belen uit

planten

te

en

kwam

Uit Engeland

ren oorsprong.

;

over-

O, ik weet het, de Jongelingsvereeniging had ande-

verrassend.

in

ik

geen land

In

bond van onze Calvinistische Jongelingschap

voort

Want

het Calvinisme in deze

de graven gezien. En vooral

uit

aan de

een psalm van dank

er

ter eere.

onze oogen.

in

beleefde het dien opgang.

opstanding als

God

weeropleving van

een wonder

als

we heden

zullen

die wilgen onze harpen afnemen, ze

met onze vingers betokkelen, en

tintelend

drijf

van

en

Geen

geteeld.

heeft

ze

die aan

onzer,

Ook wat

den Réveil dien roem zou willen rooven.

ze

dub-

uit die actie

voortkwam en in een omvangrijken Bond vóór en naast ons opschoot en nog in rijken bloei zich verheugen mag, wekt ten onzent eerst

onze warme sympathie; en niet we aan dit nobele corps onzen er

is

saam

toch

verwantschap

dit

maakt

des bij

is,

en

we

Al zijn

geestes die

we

niet één,

zegenen, en

den Wereldbond ingeschreven.

ónze

dat

verschil,

meer nationaal van oorsprong

minst op dezen jubeldag brengen

broedergroet.

we op Hollands naam

zijn

Alleen

een

't

planting minder exotisch,

nu

dit

ligt juist in

uw

Calvinis-

tischen grondslag, die u aan der Vaderen erfenis verbindt.

Let hier op is,

we

't

woord. Nationaal

beduiden, en zóó verstaan,

zal

meest

zijt gij 't

't

geen aan allen gemeen

ganschelijk niet.

Zoo hooren

spreken van een nationalen ramp, als watervloed of veepest

onze landlieden komt verschrikken, of ook van

't

nationaal eer-

gevoel, als een vijand van buiten af ons belaagt, of ons bedreigt

met oorlog. noch dat

leger zijn

uitzingt,

Tegenover het buitenland

kunnen

nationale is

weg.

ooit anders

glorie

niet

Maar zóó

zijn

we

altoos één.

dan nationaal wezen.

meer

in

één

treedt ge niet

machtig

op

't

Een volk volkslied

geestelijk terrein

over, of in een land dat een historie achter zich heeft,

elke machtige periode van

Vloot

kwam

uit

nationaal bestaan een eigen grond-

toon voor het leven op, die pluriformiteit schiep, en juist daardoor het leven verrijkte.

Op

de steppen der Kirghezen kende

men

die

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen