Van strak gespannen snaren - pagina 45
!
21
de Heere aan kleinen schenkt, wat Hij vroeger aan grooten heeft onthouden.
complicaties kunnen intreden, en dan is 't in weinig dagen of maanden afgeloopen. Maar ook dan geen nood! Mijn leven is in des Heeren Hand en daarin volkomen veilig. Zijn Vaderhand voert mij dan in de heerlijkheid, waarvan geen „sic transit gloria", „zoo gaat de heerlijkheid voorbij", kan worden gezegd. Naar die heerlijkheid wijst mij ook wederom 't dorrend blad. Natuurlijk weet ik zeer goed, dat ook nu nog
allerlei
Zie 't aan, in zijn schoone goudbruine kleur! Al 't vergankelijke is gelijkenis van 't onvergankelijke. Het zienlijke is niet blijvend, 't ontzienlijke blijft eeuwig; maar daarom is
't
zienlijke
de roeping
niet
om
waardeloos. Integendeel, al
't
zienlijke heeft
naar boven, naar de onzienlijke dingen
te wijzen.
Vooral van de heerlijke dingen dezer aarde, van 't licht, van de kleuren, van de bloemen, van de edelgesteenten gaat een sprake uit, die ons toeroept: „Sursum corda!" „De harten naar boven!" Daar is het eeuwige licht! Daar zijn de wuivende palmen!
De
straten
van goud! De perelen poorten!
De
blinkende
kleuren
Nog
eens, zie
't
aan,
't
afgevallen blad in zijn schoone goud-
bruine kleur!
Het goud is de kleur der glorie, der heerlijkheid, der hemelen. Het bruin is rood met zwart gemengd. Het rood, de kleur der Uefde. Het zwart, de kleur van den dood. Het bruin spreekt van een Uefde tot den dood. Het goudbruin wijst naar boven, naar de heerlijkheid, naar de eeuwige Uefde. predikt,
wijst
ons
En in
ons de vergankelijkheid vergaan nog naar boven, naar de
ditzelfde blad, dat zijn
onvergankelijke heerlijkheid en liefde in de onzienlijke wereld.
O
wat schoone symboUek is er toch in de schepping Gods! Daarvan heeft de Heere ook gebruik gemaakt bij de insteUing des Heiligen Avondmaals. Den eersten Zondag, dat wij hier waren, waren wij in de gelegenheid daaraan deel
te
nemen, en
niet
gaarne laat
ik
deze
Het Heilig Avondmaal is mij altijd de liefste plek op aarde geweest. Dan zeg ik altijd bij mij zelven: „Neen, Gods Woord Uegt niet! Neen, Jezus Uegt niet!" Hij heeft alles
voorbijgaan.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 144 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 144 Pagina's