Zions roem en sterkte - pagina 238
;
ARTIKEL XXXI.
230
23
21.
:
geloopen
om
des lichaams onderhoud, dat van den dienst komt, heb die profeten niet gezonden, nochtans hebben zij Ik heb tot hen niet gesproken, nochtans hebben zij ge-
en alleen
wille, Jer.
;
Ik
profeteerd. 2. Die voor koophandel, giften en geschenken tot den dienst komen, hetwelk men Simonie noemt, van de goddeloosheid van Simon Magus, Handl. 8. Eigenlijk kan er geen simonie worden begaan, alzoo de mededeeling van de gaven des Geestes heden ten dage ophoudt, en dus niet gelijk Simon die koopen wilde, kan gekocht en verkocht worden.
Vraag. Wat moet een, die lust heeft tot de bediening, dan doen ? Antw. Den tijd afwachten totdat hij van God beroepen worde, Hab. 2:1. Ik stond op mijne wacht, en ik stelde mij op de sterkte, en ik hield wacht, om te zien wat Hij in mij spreken zoude, en wat ik antwoorden zou op mijne bestraffing. Indien hij moest wachten, wat God spreken zou, zoo moest hij ook wel wachten totdat God in hem sprak; want eer kon hij niet weten wat. Dit neemt niet weg, dat iemand mag staan naar dit ambt, zoo begeerlijk, 1 Tim. 3:1. Zelfs mag en moet hij daartoe gewillig zijn, en zoodra de Heere zegt: Wien zal ik zenden, en wie zal Ons henen gaan? daarop gereedelijk toepassen Ziet, hier 8. ben ik, zend mij henen Jes. 6 Vraag. Tot wat einde moet hij wachten, ten tijde dat hij van God beroepen worde ? Antw. Opdat hij getuigenis hebbe van zijn beroeping, om van dezelve verzekerd en gewis te zijn dat ze van den Heere is .
.
:
!
.
•
:
.
want hetgeen naar Gods bevel en voorschrift is gedaan, dat is van God gedaan. Aaron was van God beroepen, dat is, naar Gods bevel en ordinantie, Exod. 14 12, 13; Lev. 8 1—6. En die verzekering moet een dienaar van Christus hebben, als hebbende in Zijnen naam geprofeteerd, zal hij niet beschaamd worden in 23. den dag van Christus, hoorende Weg van mij Matth. 7 :
:
:
Wat
Vraag. te
heeft
!
men omtrent de
:
dienaren des woords op
merken ? Antw. Dat dezelve,
in wat plaats, dat ze zijn, eenzelfde macht en autoriteit hebben, zijnde altegader dienaren van Jezus Christus, den eenigen algemeenen Bisschop, en het eenige Hoofd der Kerk.
Vraag. Hoe dringt gij dit aan ? Antw. 1. Zij alle zijn van den Heere tot het dienstwerk geroepen, Hebr. 5 4. Niemand neemt zichzelven die eere aan, maar die van God geroepen wordt. 2. Zij alle prediken hetzelfde Evangelie, en bedienen dezelfde Sacramenten op Christus' bevel, Jes. 52 8. Daar is een stem uwer wachters; zij verheffen de stem, zij juichen te zamen. 3. Zij alle hebben geen ander Hoofd en Heer dan Jezus den Apostel onzer belijdenis, Hebr. 3:1; den eenigen opziener onzer zielen, :
:
1
Petr. 2 4.
:
25.
Zij alle zijn uit
zichzelven
onbekwaam
tot het
werk des Heeren,
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's