Van strak gespannen snaren - pagina 136

112

bogen, dan

zoo

de Heere ons

fluistert

in,

wat

onderstaand vers

in

uitgedrukt.

liefelijk staat

Kind, dat ik liefheb, leun óp Mij, leun sterk!

Laat meer het wicht der zorgen, die u kwellen, Mij voelen 'k weet uw last, want kind Mijn werk, Mijn maaksel zijn de smarten, die u kwellen; ;

Ik telde ze

en heb met eigen hand.

af,

uw

Die naar

kracht en naar Mijn macht gewogen.

Toen Mijne hand Sprak

Naar mate Zal

Ik,

Zóó

ze u toezond uit den hooge.

Helper bij hem Mij deel geeft in zijn

Ik: Ik zal als hij

niet

hij,

zijn;

pijn

het wicht zijns kruises dragen.

wil ik u, Mijn kind, als

gij

gelooft.

O

Omsluiten met mijn arm. leg uw hoofd Aan Mijne borst, gij moogt stoutmoedig vragen. Of zou Mijn arm, die de eeuwen schiep en schraagt.

Te

waar Mijn uitverkoorne klaagt? Hoe meer gij aan Mijn schoot De smart vertrouwt van uwer zorgen nood, Hoe meer uw hart zelf binnen u zal roemen: „Te leunen op mijn God, is Hem mijn Helper noemen". kort

Leun

zijn,

sterker steeds!

laat die God ook uw toevlucht en sterkte Nooit kan eenig kwaad u dan werkelijk kwaad doen. Weest allen dien God en Zaligmaker bevolen door

Geliefden,

uw

zijn.

u liefhebbenden oud-leeraar, R.

J.

W. RUDOLPH.

Amersfoort, 29 April 1914. Geliefde gemeente!

Helaas achteruit

moet ga.

ik

beginnen

te

schrijven,

had

ik

een

Eergister

dacht, dat ik er in blijven zou. laatste zijn.

Daarom

wil ik

dat

hoestbui,

ik

eiken dag

waarvan

ik

Elke week, elke brief kan de u thans schrijven over 't liefelijkste

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen